BENAMING EN FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSORGANEN (BEDIENINGSPANEEL/DISPLAY)

30. Hoofdtelefoon-niveauregelaar (LEVEL)

Voor het instellen van het uitgangsniveau van de hoofdtelefoonaansluiting. (instelbereik: tot 0 dB)

31. Hoofdelefoonaansluiting (PHONES)

BPM tellergedeelte

32. Beat-keuzetoetsen (2 BEAT 3)

3(Beat verhogen): Voor het verdubbelen van de berekende BPM.

2 (Beat verlagen): Voor het halveren van de berekende BPM. (blz. 100)

Sommige effecten kunnen op “3/4” worden ingesteld.

33. MIDI start/stoptoets (MIDI START/STOP)

Gebruik deze toets om de MIDI bedieningsfunctie om te schakelen tussen start en stop (blz. 103).

Wanneer deze toets geactiveerd wordt, zal het [MIDI START (STOP)] bericht gedurende 2 seconden op het display verschijnen.

MIDI SNAP SHOT:

Als de MIDI START/STOP toets ingedrukt wordt gehouden, zal er een momentopname naar het externe MIDI apparaat worden gestuurd.

Geluidskleureffecten-bedieningsgedeelte

41. Geluidskleureffect-keuzetoetsen/indicators

(HARMONIC, SWEEP, FILTER, CRUSH)

Gebruik deze toetsen voor het in/uitschakelen van de geluidskleur- effecten (blz. 101). De toets voor de gekozen functie gaat knipperen en het effect wordt gelijk op de kanalen 1 tot 4 toegepast. Wanneer een knipperende toets wordt ingedrukt, zal deze blijven branden en wordt het effect uitgeschakeld. Bij het inschakelen van het apparaat komen alle effecten op uit te staan (de indicators lichten op).

42. Harmonie-indicators

Wanneer [HARMONIC] is ingeschakeld, zullen deze indicators oplichten en verandert de kleur van de indicator overeenkomstig de status van het effect (blz. 101).

43. Geluidskleureffect-parameterregelaar (COLOR)

Voor het instellen van de kwantitatieve parameters voor het effect dat gekozen is met de geluidskleureffect-keuzetoetsen (blz. 101, 102).

44. Display

Zie blz. 94 tot 95 voor verdere informatie.

34. BPM meetmethodetoets (AUTO/TAP)

Bij enkele malen indrukken van deze toets schakelt de BPM

 

meetmethode telkens om tussen [AUTO] en [TAP].

 

AUTO:

DISPLAY

De [AUTO] indicator licht op het display op en de BPM wordt

automatisch berekend.

 

TAP:

EFFECT SELECT

De [TAP] indicator licht op het display op en de BPM wordt berekend

 

via handmatige invoer met de TAP toets.

 

1

35. TAP toets

De BPM wordt berekend op basis van de intervallen waarop de TAP toets wordt ingedrukt. Als in de AUTO stand op de TAP toets wordt gedrukt, zal de meetmethode automatisch overschakelen naar de TAP meetmethode (handmatige invoer).

Beat-effect-gedeelte

36.Effectkeuzeschakelaar (DELAY, ECHO, REV DLY (REVERSE DELAY), PAN, TRANS, FILTER, FLANGER, PHASER, REVERB, ROBOT (ROBOT VOCODER), CHORUS, ROLL, REV ROLL

(REVERSE ROLL), SND/RTN (SEND/RETURN))

Gebruik deze schakelaar om het gewenste effect te kiezen (blz. 98). Wanneer een externe effector op de SEND en RETURN aansluitingen is aangesloten, zet u de schakelaar op [SND/RTN].

CH SELECT

1 2 3 4

MIC A B MST

PARAMETER

AUTO MIDI

TAP BPM

%

2

3

4

37. Effectkanaal-keuzeschakelaar

(1, 2, 3, 4, MIC, CF.A, CF.B, MASTER)

Gebruik deze schakelaar om het kanaal te kiezen waarop de effecten worden toegepast (blz. 100). Wanneer [MIC] wordt gekozen, zullen de effecten op microfoon 1 en microfoon 2 worden toegepast.

38. Effectparameter 1 regelaar [TIME (PARAMETER 1)]

Voor het instellen van de tijdparameter voor het gekozen effect (blz. 100, 102).

Als de TIME regelaar wordt rondgedraaid terwijl de TAP toets ingedrukt wordt gehouden, kan handmatig een directe BPM worden ingesteld.

Als de TIME regelaar wordt rondgedraaid terwijl de TAP toets en de AUTO/TAP toets ingedrukt worden gehouden, kan de BPM in eenheden van 0,1 worden ingesteld.

39. Effectparameter 2 regelaar [LEVEL/DEPTH (PARAMETER 2)]

Voor het instellen van de kwantitatieve parameters voor het gekozen effect (blz. 100, 102).

40. Effecttoets/indicator (ON/OFF)

Voor het in/uitschakelen van het gekozen effect (blz. 100). Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, komen de effecten op OFF te staan en licht de toets op. Als de effecten geactiveerd worden (ON), begint de toets te knipperen.

1. Effectdisplay-gedeelte

De <EFFECT SELECT> indicator brandt voortdurend en het alfanumerieke display (zeven tekens op twee regels) toont de naam van het effect zoals hieronder is aangegeven. Wanneer een van de bedieningshandelingen wordt uitgevoerd die is aangegeven in de tabel, zullen de bijbehorende tekens twee seconden getoond worden, waarna het display weer de oorspronkelijke effectnaam aangeeft.

Bedieningshandeling

Rij boven/

Display

onder

 

 

Bij MIDI start

Boven

MIDI

 

 

Onder

START

 

 

 

 

Bij MIDI stop

Boven

MIDI

 

 

Onder

STOP

 

 

 

 

MIDI snapshot

Boven

SNAP

Onder

SHOT

 

 

 

 

94

<DRB1392> Du

Page 94
Image 94
Pioneer DJM-800 Hoofdtelefoon-niveauregelaar Level, Midi start/stoptoets Midi START/STOP, Harmonie-indicators, TAP toets