DIVIDER

Instellen van het aantal plasmaschermen waaruit de videowand bestaat.

Voorbeeld: Instellen op “4”.

Zet “DIVIDER” van het “VIDEO WALL”-menu op “4”.

 

 

 

VIDEO WALL

 

 

DIVIDER

 

 

:

4

 

POSITION

 

 

 

 

DISP. MODE

 

:

NORMAL

 

AUTO ID

 

:

OFF

 

SCREEN

 

 

 

 

P. ON DELAY

 

:

OFF

 

ABL LINK

 

:

OFF

 

REPEAT TIMER

 

:

OFF

 

SEL.

ADJ.

EXIT RETURN

 

 

 

 

 

 

Informatie

DIVIDER-instellingen

OFF, 1: 1 plasmascherm (de matrix-weergavefunctie is uitgeschakeld).

4:4 plasmaschermen (videowand van 22 schermen)

9:9 plasmaschermen (videowand van 33 schermen)

16:16 plasmaschermen (videowand van 44 schermen)

25:25 plasmaschermen (videowand van 55 schermen)

*Nadat u één van deze instellingen heeft gekozen, moet u ook de positie van elk individueel plasmascherm in de videowand instellen via “VIDEO WALL POSITION”.

VIDEO WALL POSITION

Instellen van de positie van elk plasmascherm in de videowand.

Voorbeeld: Instellen op “4”.

Selecteer “POSITION” van het “VIDEO WALL”-menu en druk op de MENU/SET-toets.

Het “VIDEO WALL POSITION”-menu verschijnt.

Zet “POSITION” van het “VIDEO WALL POSITION”- menu op “4”.

VIDEO WALL POSITION

POSITION NO. 4

ADJ.

EXIT RETURN

Informatie

VIDEO WALL POSITION-instellingen

1 scherm: De positie van het plasmascherm hoeft niet te worden ingesteld.

DISP. MODE

Selecteer één van de twee standen van de beeldmodus, NORMAL of ADJUST.

Voorbeeld: Instellen op “ADJUST”.

Zet “DISP. MODE” van het “VIDEO WALL”-menu op “ADJUST”.

 

 

 

VIDEO WALL

 

 

DIVIDER

 

:

1

 

POSITION

 

 

 

 

DISP. MODE

 

 

:

ADJUST

 

AUTO ID

 

:

OFF

 

SCREEN

 

 

 

 

P. ON DELAY

 

:

OFF

 

ABL LINK

 

:

OFF

 

REPEAT TIMER

 

:

OFF

 

SEL.

ADJ.

EXIT RETURN

 

 

 

 

 

 

Informatie

DISP. MODE-instellingen

NORMAL: Combineert uitvergrote beelden en creëert meervoudige beelden.

ADJUST: Corrigeert fouten in de uitlijning van gecombineerde gedeelten van het beeld en creëert meervoudige beelden.

AUTO ID

Met deze functie kunnen de identificatienummers van meerdere, op elkaar aangesloten plasmaschermen automatisch worden toegekend.

Voorbeeld: Instellen op “ON”

Stel eerst het identificatienummer voor plasmascherm nr. 1 in via het “ID NUMBER”-menu.

Zet “AUTO ID” van het “VIDEO WALL”-menu op “ON” en druk op de MENU/SET-toets.

 

 

AUTO ID

 

 

AUTO ID

:

ON

 

1

2

1

2

3

4

3

8

9

4

 

 

7

6

5

WIRED CABLE

CONNECTION TURN

ADJ.

EXIT RETURN

Informatie

AUTO ID-instellingen

ON: Kent automatisch identificatienummers aan de plasmaschermen toe. In onderstaand voorbeeld krijgt plasmascherm 1 identificatienummer 1, plasmascherm 2 identificatienummer 2, enz. Dit is alleen onmogelijk wanneer er een videowand van 22 of 33 schermen wordt gebouwd.

Nederlands

)(OSD DISPLAYSCREEN -ON HETVAN BEDIENEN

4 scherm

 

 

9 scherm

 

NO. 1

NO. 2

 

NO. 7

NO. 8

NO. 9

 

 

 

 

 

 

 

NO. 10

NO. 11

NO. 12

NO. 4

NO. 3

 

 

 

 

 

 

NO. 13

NO. 14

NO. 15

 

 

 

 

 

 

 

 

 

16 scherm

 

25 scherm

NO. 16 NO. 17 NO. 18 NO. 19

 

NO. 32 NO. 33 NO. 34 NO. 35 NO. 36

REMOTE IN

REMOTE OUT

No.1 No.2

No.4 No.3

Scherm 1

No.1 No.2

No.4 No.3

Scherm 4

REMOTE

OUT

REMOTE

IN

REMOTE

OUT

REMOTE

IN

No.1 No.2

No.4 No.3

Scherm 2

No.1 No.2

No.4 No.3

Scherm 3

REMOTE OUT

REMOTE IN

NO. 20

NO. 21

NO. 22

NO. 23

 

NO. 37

NO. 38

NO. 39

NO. 40

NO. 41

 

 

 

 

 

NO. 42

NO. 43

NO. 44

NO. 45

NO.46

NO. 24

NO. 25

NO. 26

NO. 27

 

 

 

 

 

 

 

NO. 47

NO. 48

NO. 49

NO. 50

NO. 51

 

 

 

 

 

NO. 28

NO. 29

NO. 30

NO. 31

 

 

 

 

 

 

 

NO. 52

NO. 53

NO. 54

NO. 55

NO. 56

OFF: De functie is uitgeschakeld.

25

Du

Page 251
Image 251
Pioneer PDP-42MVE1 manual  DIVIDER-instellingen,  Video Wall POSITION-instellingen,  DISP. MODE-instellingen, Scherm