NL
AANBEVOLEN GEREEDSCHAP EN HULPMIDDELEN
• | klop- en gatenboor | • | elektrische schroevendraaier |
• | leidingdetector | • | hamer |
• | meetlint | • | waterpas |
• | potlood en krijt | • | keukentrap |
• | waterpomptang | • afdekzeil voor op de grond binnen |
•eventueel leidinggoot en leidingbeugels
•eventueel purschuim of siliconenkit
WAAR PLAATSEN?
De maximale afstand tussen binnen- en buitendeel is 4 m (de lengte van de koelleidingen en stroomkabel). Het binnendeel moet tenminste 1 m hoger hangen dan de bovenkant van het buitendeel.
De plaats voor het binnendeel
•aan een muur waarin een gat van Ø 65 mm (maat van de mof) kan worden gemaakt voor de verbinding met het buitendeel. Voor een gat in een betonmuur is speciaal gereedschap nodig; laat dit over aan een gespecialiseerd bedrijf. Controleer de uitgezochte plaats met een leidingdetector op het ontbreken van leidingen.
•afstand tot plafond tenminste 15 cm, vrije ruimte links en rechts tenminste 50 cm.
•de koele lucht moet gemakkelijk door het gehele vertrek kunnen stromen.
•in het midden, niet bij een raam of deur, is het meest geschikt.
•het moet bereikbaar zijn om het filter te kunnen reinigen.
•tenminste 1 m van TV, video en dergelijke apparaten en van fluorescerende lampen
•er moet op maximaal 1,5 m (de lengte van het snoer aan het binnendeel) een geaard stopcontact aanwezig zijn. Laat zo nodig een stopcontact aanbrengen door een erkend installateur, volgens alle geldende voorschriften. Vanuit het binnendeel wordt het buitendeel van stroom voorzien door de kabel die meegaat met de koelleidingen.
De plaats van het buitendeel
•moet sterk genoeg zijn om het gewicht van het buitendeel te kunnen dragen. Dat kan zijn op de grond, op een plat dak (mits u daar een passende fundatie kunt aanbrengen om het buitendeel te bevestigen; voorkom lekkage van uw dak) of op muursteunen. Verstevig zo nodig de gekozen plaats; is de plaats onvoldoende sterk, dan kan dat leiden tot overmatig trillen en geluid.
•voldoende vrije luchtstroom, zo min mogelijk blootgesteld aan regen en direct zonlicht en afvoermogelijkheid van het condenswater.
•waar uitgeblazen lucht en geluid niet tot overlast leiden; niet waar een hoge luchtvochtigheid aanwezig is, niet in de buurt van vet of oxiderende gassen.
•vrije afstand aan de achterkant tenminst 15 cm, aan de zijkanten en aan de voorkant tenminste 50 cm. Zorg voor ruimte voor onderhoud.
13