NL
Slaap modus |
|
|
1. Druk op de modus toets | totdat het | |
symbool verschijnt. |
2.Stel de gewenste temperatuur in.
3.Druk op de
4.In
Auto-modus
1.Druk op de modus toets totdat het
2.Het verschil tussen ingestelde temperatuur en kamertemperatuur bepaalt de werking: koelen, verwarmen, ventilatormodus of drogen. De omhoog en omlaag toetsen werken niet.
3.Stel met de ventilatortoets de ventilatorsnelheid in.
Tijdklok-uit functie
1.Druk op de modus toets totdat het symbool verschijnt van de door u gewenste werking.
2.Stel de gewenste temperatuur in.
3.Stel met de ventilatortoets de ventilatorsnelheid in.
4.Druk op de
voordat de ingestelde tijd is verstreken nogmaals op de
Tijdklok-aan functie
1.Het apparaat is uitgeschakeld.
2.Druk op de
Stel de gewenste werking, temperatuur, ventilatorsnelheid enz. in. Als de ingestelde tijd is verstreken gaat het apparaat aan. Om de
Turbo |
|
|
1. Druk op de modus toets | totdat het ventilatorsymbool | verschijnt. |
2.Stel de gewenste temperatuur in.
3.Stel met de ventilatortoets de ventilatorsnelheid in.
4.Druk op de
6