– 43 –
Nederlands
Opname van een enkel fragment tijdens afspelen of
pauze
ALLEEN met de hoofdeenheid:
Tijdens weergave of pauze van een fragment dat u wilt
opnemen, drukt u op MD&TAPE REC.
De weergave van dit fragment wordt nu gestopt en
vervolgens opnieuw vanaf het begin afgespeeld, waarbij de
MD-recorder en het cassettedeck de opname van dit
fragment starten.
• Na opname van het fragment wordt zowel de weergave
als opname automatisch gestopt.
Veranderen van informatie die op het hoofddisplay
wordt getoond
ALLEEN met de afstandsbediening:
Druk op de toets DISP/CHARA.
• Door iedere druk op de toets wordt de informatie op het
hoofddisplay verandert en verschijnt afwisselend de
aanduiding voor opname en de klok.
Bij opname van een CD-R/RW
U kunt geen digitale opname van een digitaal-gekopieerde
CD-R/RW op een MD. “SCMS CANNOT COPY” wordt
weergegeven op het hoofddisplay en de opname wordt analoog
gemaakt (zie bladzijde 70).
Bij tegelijk opnemen op een MD en cassette
Er wordt geen blanco van 4-seconden voor ieder fragment op de
cassette aangebracht.
Opname van een CD op een MD en
cassette—CD-synchroonopname
Met gebruik van deze opnamefunctie wordt de CD-weergave,
MD-opname en cassette-opname tegelijkertijd gestart en
gestopt.
1
Plaats de disc.
Druk na het plaatsen van de disc op de toets CD 3/8,
en daarna op de toets 7 alvorens naar de volgende stap
te gaan.
• U kunt indien gewenst fragmenten voor opname
programmeren (zie bladzijde 24) of de willekeurige
weergavefunctie (zie bladzijde 25) gebruiken.
2
Plaats een voor opname geschikte MD in de
MD-houder en een voor opname geschikte cassette
in de cassettehouder.
Voor de MD:
Stel de MD opnamelengtefunctie in, “LP:”
voorvoegselfunctie en groepopnamefunctie in (zie
“Instellen van de opnamefuncties voor MD” op
bladzijde 39).
Voor de cassette:
Druk op de toets REV.MODE om de bandomkeerfunctie
() te kiezen.
3
Druk op x1,2,4 op de afstandsbediening om x1
(normale opnamesnelheid) te kiezen.
• U kunt de x2 of x4 opnamesnelheid niet gebruik en.
(“CANNOT REC x1 REC ONLY” wordt in stap
4
hieronder getoond indien u niet de normale snelheid
heeft gekozen).
4
Druk op de toets MD&TAPE REC.
De CD weergave en de opname start.
• Indien u een fragment kiest met ¢ of 4 voordat
u op MD&TAPE REC drukt, start de opname vanaf
het gekozen fragment (uitgezonderd indien de
geprogrammeerde weergavefunctie is gekozen).
De MD REC en REC indicators beginnen te knipperen
op de display.
Na de opname schakelen de CD-speler, MD-recorder
en het cassettedeck automatisch in de stopfunctie.
Als u het opnemen van de weergave, drukt u op de toets 7.
De vermelding “WRITING” knippert korte tijd op het
hoofddisplay.
Resterende
opnametijd
Fragmentnummer van de
disc die wordt opgenomen
MD en cassette
opname-indicators
Resterende
weergavetijd
NL36-43UX-Z7MDR[E]f.pm6 02.7.11, 4:12 PM43