Metz 44 AF-3M Flitsen met handinstelling „MLo met deelvermogen, Dichtbijopnamen / macro-opnamen

Models: 44 AF-3M

1 108
Download 108 pages 63.14 Kb
Page 43
Image 43

diafragmawaarde op de camera. In het LC-display van de mecablitz wordt de afstand van de flitser tot het onderwerp die voor een goede belichting moet worden aangehouden, aangegeven (zie ook 5.4.2).

Het instellen van de functie flitsen met handinstelling „M“

Schakel de mecablitz via zijn hoofdschakelaar in;

druk zo vaak op de „Mode“-toets, dat de „M“ in het LC-display knippert;

de instelling treedt onmiddellijk in werking. Na ong. 5 s. schakelt het LC-dis- play weer naar de normale weergave terug.

4.4.2 Flitsen met handinstelling „MLo“ met deelvermogen

In deze functie geeft de flitser steeds een niet-geregelde flits af met 1/8 (Low) van zijn volle vermogen. De aanpassing aan de opnamesituatie moet door het instellen van de diafragmawaarde op de camera geschieden. In het LC-display van de mecablitz wordt de afstand van flitser tot onderwerp die voor een cor- recte belichting moet worden aangehouden, aangegeven (zie ook 5.4.2).

Het instellen van flitsen met handinstelling MLo

Schakel de mecablitz via zijn hoofdschakelaar in;

druk zo vaak op de „Mode“-toets, dat in het LC-display „M Lo“ knippert.

de instelling treedt onmiddellijk in werking. Na ong. 5 s. Schakelt het LC-dis- play weer naar de normale weergave terug.

4.5 Flitstechnieken 4.5.1 Indirect flitsen

Rechtstreeks geflitste opnamen zijn vaak aan hun typisch harde en duidelijke schaduwen te herkennen. Vaak werkt ook de natuurkundig bepaalde lichtaf- val van voor- tot achtergrond storend. Door indirect te flitsen kunt u deze ver- schijnselen sterk verminderen, omdat onderwerp en achtergrond met ver- strooid licht zacht en gelijkmatig worden verlicht. De reflector wordt hierbij zo gezwenkt, dat hij op een geschikt reflecterend vlak wordt gericht (bijv. op het plafond of de muur van de ruimte) en dat verlicht.

De reflector van de flitser is tot 90° verticaal te zwenken. In zijn basispositie

 

is de kop van de reflector mechanisch vergrendeld. Druk, om de kop van de

 

reflector te zwenken, op de ontgrendelknop.

 

Bij verticaal zwenken van de reflector moet u er op letten, dat hij voldoende

 

gezwenkt wordt, minstens tot de 60° klikstand, zodat er geen licht van de

 

reflector rechtstreeks op het onderwerp kan vallen. De afstandsaanduidingen

 

in het LC-display verdwijnen. De afstand van de flitser via plafond of muur

 

tot het onderwerp is nu immers een onbekende grootheid.

 

Het door het reflectievlak teruggekaatste licht geeft een zachte verlichting

 

van het onderwerp. Het reflecterende vlak moet wel neutraal van kleur, liefst

 

wit, zijn en geen structuren hebben (bijv. houten balken in het plafond), die

 

 

schaduwen kunnen oproepen. Voor kleureffecten kiest u reflecterende vlak-

 

ken in de betreffende kleur.

￿

Let er op, dat de reikwijdte van de flitser bij indirect flitsen sterk af-

 

neemt. Bij een normale kamerhoogte kunt u zich voor het bepalen

 

van de maximale reikwijdte met de volgende vuistregel behelpen:

 

 

richtgetal

 

Reikwijdte = ———————————————

 

verlichtingsafstand x 2

 

4.5.2 Dichtbijopnamen / macro-opnamen

 

Om parallaxfouten te compenseren kan de reflector van de flitser -7° naar

 

beneden worden gezwenkt. Druk, om de kop van de reflector te zwenken,

 

op de ontgrendelknop en richt de reflector naar beneden.

 

Bij opnamen in het dichtbijbereik moet u erop letten, dat bij het opnemen

 

bepaalde minimumafstanden aangehouden moeten worden om te ruime

 

belichting van het onderwerp te vermijden.

 

De minimale flitsafstand bedraagt ong. 10 procent van de in het LC-display

 

aangegeven reikwijdte. Daar er bij het naar beneden gezwenkte reflector in

 

het LC-display geen reikwijdte wordt aangegeven moet u zich orienteren aan

 

de reikwijdte die de mecablitz aangeeft als de reflector zich in de normale

 

stand bevindt.

 

43

Page 43
Image 43
Metz 44 AF-3M instruction manual Flitsen met handinstelling „MLo met deelvermogen, Flitstechnieken 4.5.1 Indirect flitsen