Kies uit NORMAL en ACTIVE vibratiereductie overeenkomstig de frequentie en amplitude van de vibratie.

Hoog

 

 

 

 

 

 

Sterke

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

cameratrilling

 

Frequentie

Cameratrilling

 

(bijv. een rijdend

 

 

voertuig)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Laag

Opname tijdens het pannen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Laag Amplitude Hoog Nl : Geschikt voor NORMAL vibratiereductie.

: Geschikt voor ACTIVE vibratiereductie.

Cameratrilling: Kies NORMAL of ACTIVE.

Opname tijdens het pannen: Kies NORMAL.

Sterke cameratrilling: Kies ACTIVE.

De vibratiereductie AAN/UIT-schakelaar gebruiken

Selecteer ON om vibratiereductie in te schakelen. Vibratiereductie wordt geactiveerd wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, waarbij de effecten van cameratrilling voor verbeterde kadrering en scherpstelling worden verminderd.

Selecteer OFF om vibratiereductie uit te schakelen.

De schakelaar vibratiereductiestand gebruiken

De schakelaar vibratiereductiestand wordt gebruikt om de vibratiereductiestand te selecteren terwijl vibratiereductie is ingeschakeld.

Selecteer NORMAL om de vibratie te verminderen dat is veroorzaakt door cameratrilling of tijdens het pannen

van de camera.

Selecteer ACTIVE om de vibratie te verminderen dat is veroorzaakt door cameratrilling of tijdens opnames vanuit een rijdende auto, varende boot of ander onstabiel platform. Panbewegingen worden niet gedetecteerd.

78

Page 78
Image 78
Nikon 2196 De vibratiereductie AAN/UIT-schakelaar gebruiken, De schakelaar vibratiereductiestand gebruiken, Van de camera