78
Jp
En
De
Fr
Es
Sv
Ru
Nl
Pt
Pb
It
Cz
Sk
Ro
Ua
Ck
Ch
Kr
Id
Kies uit NORMAL en ACTIVE vibratiereductie overeenkomstig de
frequentie en amplitude van de vibratie.
Cameratrilling: Kies NORMAL of ACTIVE.
Opname tijdens het pannen: Kies NORMAL.
Sterke cameratrilling: Kies ACTIVE.
De vibratiereductie AAN/UIT-schakelaar gebruiken
De schakelaar vibratiereductiestand gebruiken
De schakelaar vibratiereductiestand wordt gebruikt om de
vibratiereductiestand te selecteren terwijl vibratiereductie is
ingeschakeld.
Hoog Frequentie Laag
Laag Amplitude Hoog
: Geschikt voor NORMAL vibratiereductie.
: Geschikt voor ACTIVE vibratiereductie.
Selecteer ON om vibratiereductie in te schakelen.
Vibratiereductie wordt geactiveerd wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt, waarbij de
effecten van cameratrilling voor verbeterde kadrering
en scherpstelling worden verminderd.
Selecteer OFF om vibratiereductie uit te schakelen.
Selecteer NORMAL om de vibratie te verminderen dat is
veroorzaakt door cameratrilling of tijdens het pannen
van de camera.
Selecteer ACTIVE om de vibratie te verminderen dat is
veroorzaakt door cameratrilling of tijdens opnames
vanuit een rijdende auto, varende boot of ander
onstabiel platform. Panbewegingen worden niet
gedetecteerd.
Sterke
cameratrilling
(bijv. een rijdend
voertuig)
Cameratrilling
Opname tijdens het pannen