79
Jp
En
De
Fr
Es
Sv
Ru
Nl
Pt
Pb
It
Cz
Sk
Ro
Ua
Ck
Ch
Kr
Id
Vibratiereductie gebruiken: opmerkingen
• Druk bij het gebruik van vibratiereductie de ontspanknop half in en
wacht totdat de afbeelding in de zoeker is gestabiliseerd, voordat de
ontspanknop in zijn geheel wordt ingedrukt.
• Wanneer vibratiereductie actief is, kan de afbeelding in de zoeker
onscherp worden nadat de sluiter wordt vrijgegeven. Dit duidt niet
op een defect.
•Schuif de schakelaar vibratiereductiestand naar NORMAL voor het
pannen van opnames. Wanneer de camera wordt gepand, past
vibratiereductie alleen de beweging toe dat geen deel uitmaakt van
de pan (als de camera bijvoorbeeld horizontaal wordt gepand,
wordt alleen vibratiereductie voor verticale trilling toegepast),
waardoor het veel eenvoudiger is de camera gelijkmatig in een
brede boog te pannen.
• Zet de camera niet uit of verwijder het objectief niet wanneer
vibratiereductie in werking is. Indien de voeding naar het objectief
wordt afgekoppeld wanneer vibratiereductie actief is, kan het
objectief rammelen wanneer deze schudt. Dit duidt niet op een
defect en kan met behulp van het herbevestigen van het objectief
en het inschakelen van de camera worden verholpen.
• Als de camera is voorzien van een ingebouwde flitser, wordt
vibratiereductie uitgeschakeld wanneer de flitser laadt.
• Als de camera is uitgerust met een AF-ON knop, wordt met behulp
van het indrukken van de AF-ON knop vibratiereductie niet
geactiveerd.
• Schakel vibratiereductie uit wanneer d e ca mer a st evi g o p ee n st ati ef
wordt gemonteerd, maar laat de camera ingeschakeld wanneer de
statiefknop niet vastzit of wanneer een monopod wordt gebruikt.