■Zoom en scherptediepte
Draai aan de zoomring voordat u scherpstelt om de brandpuntsafstand aan te passen en de foto te kadreren. Als de camera over voorbeeld scherptediepte beschikt (stop omlaag), kan scherptediepte ook als voorbeeld in de zoeker worden bekeken.
Opmerking: Brandpuntsafstand neemt af als de scherpstelafstand wordt verkort. Merk op dat de aanduiding voor scherpstelafstand alleen als leidraad is bedoeld en is mogelijk niet nauwkeurig genoeg om de afstand tot het onderwerp te tonen en toont mogelijk niet, door scherptediepte of andere factoren, ∞ wanneer de camera op een ver voorwerp wordt scherpgesteld.
| Om de zoomring te vergrendelen, draai deze naar de 18 mm positie |
| en schuif de zoomvergrendeling naar LOCK. Dit voorkomt dat het |
| objectief door zijn eigen gewicht verlengt terwijl de camera van de |
Nl | ene naar de andere plaats wordt meegedragen. |
| ■ Diafragma |
Diafragma wordt met behulp van de camerabesturingen aangepast.
Zoom en maximale diafragma
Wijzigt zodat zoom het maximale diafragma tot maximaal 1 1/3 LW aan kan passen. De camera houdt er bij het instellen van de belichting echter automatisch rekening mee en zijn er geen modificaties van de
76