4 AFVOERLEIDINGEN
LET OP
Monteer de afvoerleiding op de manier zoals is beschreven in de installatiehandleiding, zodat het water goed afgevoerd wordt en isoleer de leidingen om condensvorming te voorkomen.
Door een onjuiste installatie van de leiding kan waterlekkage en schade aan meubilair enzovoort ontstaan.
VOORWAARDE
•Isoleer de afvoerleidingen volledig.
•Isoleer de aansluiting op de binnenunit. Door onvolledige isolatie kan condensvorming ontstaan.
•Zorg ervoor dat de afvoerleiding een verval heeft van minimaal 1/100, leg de afvoerleiding niet over een andere leiding en zorg ervoor dat er geen sifon ontstaat.
Dit kan ongebruikelijke geluiden veroorzaken.
•Belast de aansluiting van de afvoerleiding niet onnodig.
Zorg ervoor dat de afvoerleiding afloopt.
Laat het einde |
| |
van de | Voorkom golven | |
afvoerslang niet | ||
in de | ||
onder water | ||
afvoerleiding. | ||
hangen. | ||
|
Leidingen en isolatie
Zorg voor de volgende materialen voor de installatie van de leiding en de isolatie ervan.
Leidingen | |
Thermische isolatie | Polyethyleenschuim: Dikte: 10 mm |
Thermische isolatie
•Maakk de verbinding, wanneer de afvoerslang verlengd moet worden, op de manier zoals is weergegeven in de afbeelding rechts.
VOORWAARDE
• Lijm de |
• De lijm is na een tijdje uitgehard. (Zie de gebruiksaanwijzing van de |
het uithardingsproces niet. |
• Omdat de afvoer natuurlijk is, moeten de leidingen buiten het apparaat aflopen. |
• Giet, zodra de leidingen geïnstalleerd zijn, water in de afvoerschaal en |
Afvoerschaal
Binnenzijde
Afvoerslang
Lijmverbinding voor de PVC- buis
Buitenunitzijde
controleer of het water helemaal wegloopt. |
Leidingopening
(aflopend naar de buitenunitzijde)
Leidingen en afvoerslang buigen
De afvoerleiding kan via de achterzijde, de linkerzijde of de rechterzijde worden geleid.
Leid, wanneer de afvoerleiding via de linker- of rechterzijde wordt geïnstalleerd, de leidingen en de afvoerslang op de manier zoals is weergegeven in de afbeelding rechts. Zorg ervoor dat de slang niet aan de achterzijde uit het apparaat steekt.
Monteren van de afstandsbediening (niet meegeleverd) Besturingsbekabeling
Tape
Leiding (vloeistofzijde)
Leiding (gaszijde)
Onderzijde
behuizing
Afvoerslang
Meer informatie over het aansluiten van de bedrading van de afstandsbediening vindt u in de installatiehandleiding van de afstandsbediening.
Meer informatie over het aansluiten van de draadloze afstandsbediening vindt u in de installatiehandleiding van de afstandsbediening.
•Plaats de afstandsbediening niet in direct zonlicht of in de buurt van een kachel, enzovoort.
•Test de afstandsbediening, controleer of de binnenunit het signaal goed ontvangt en installeer dan de afstandsbediening. (Draadloos model)
•Installeer de afstandsbediening 1 m verwijderd van apparaten zoals tv’s of stereoapparatuur. (Het beeld kan anders vervormd of onderdrukt worden.) (Draadloos model)
140