Problemen en oplossingen

Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de aangesloten apparatuur wanneer u problemen hebt met een aangesloten computer of andere apparatuur.

Probleem

Controleer deze punten

Geen beeld

 

 

 

 

 

Het 1 (aan/uit) lampje brandt niet

• Controleer of het netsnoer goed is aangesloten.

 

of het 1 (aan/uit) lampje gaat niet

 

 

branden als de 1 (aan/uit)

 

 

schakelaar is ingedrukt.

 

 

 

 

 

KABEL NIET AANGESLOTEN

• Controleer of de videosignaalkabel goed is aangesloten en of alle stekkers goed vastzitten

 

verschijnt op het scherm.

(pagina 6).

 

 

• Controleer of de pennen van de video-ingang niet zijn verbogen of naar binnen zijn

 

 

gedrukt.

 

 

• Controleer of de instelling voor ingangsselectie juist is (pagina 8).

 

 

• Er is een videosignaalkabel aangesloten die niet is meegeleverd. Als u een

 

 

videosignaalkabel aansluit die niet is bijgeleverd, kan het bericht KABEL NIET

 

 

AANGESLOTEN op het scherm verschijnen voordat de energiespaarstand wordt

 

 

geactiveerd. Dat is normaal en duidt niet op storing.

 

 

 

 

GEEN INPUT SIGNAAL wordt

• Controleer of de videosignaalkabel goed is aangesloten en of alle stekkers goed vastzitten

 

weergegeven op het scherm of het 1

(pagina 6).

 

(aan/uit) lampje is oranje.

• Controleer of de pennen van de video-ingang niet zijn verbogen of naar binnen zijn

 

 

gedrukt.

 

 

• Controleer of de instelling voor ingangsselectie juist is (pagina 8).

xProblemen die worden veroorzaakt door de computer of andere apparatuur die is aangesloten en niet door de monitor

De computer staat in de energiespaarstand. Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord of verplaats de muis.

Controleer of de grafische kaart goed is geïnstalleerd.

Pas uw videokaart aan op het nieuwste stuurprogramma. Of stem de versie van uw videokaart af op het huidige besturingssysteem.

Als u gebruik maakt van een laptopcomputer, dient u de uitgang van uw computer in te stellen op video-uitgang (voor meer details over de instelling van de video-uitgang, dient u contact op te nemen met de computerfabrikant).

Controleer of de computer is ingeschakeld.

Start de computer opnieuw op.

BUITEN BEREIK verschijnt op het x Problemen die worden veroorzaakt door de computer of andere apparatuur

scherm.

die is aangesloten en niet door de monitor

 

• Controleer of het videofrequentiebereik binnen de monitorspecificaties valt. Als u een

 

oude monitor door deze monitor hebt vervangen, moet u de oude monitor opnieuw

 

aansluiten en de grafische kaart van de computer aanpassen binnen het volgende bereik:

 

Horizontaal: 28–80 kHz (analoge RGB), 28–64 kHz (digitale RGB alleen voor SDM-

 

E76D/SDM-E96D)

 

Verticaal: 56–75 Hz (analoge RGB), 60 Hz (digitale RGB alleen voor SDM-E76D/SDM-

 

E96D)

 

Resolutie:12801024 of minder

 

• Start uw besturingssysteem in de veilige modus en start uw computer opnieuw op nadat u

 

de resolutie heeft ingesteld. De instelling van de veilige modus is afhankelijk van het

 

besturingssysteem. Voor meer details dient u contact op te nemen met de

 

computerfabrikant.

U gebruikt Windows en hebt een oude monitor vervangen door deze monitor.

Als u een oude monitor door deze monitor hebt vervangen, moet u de oude monitor opnieuw aansluiten en de volgende procedure uitvoeren. Selecteer "SONY" in de lijst met "Fabrikanten" en selecteer de gewenste modelnaam in de lijst "Modellen" in het Windows-venster voor apparaatselectie. Als de modelnaam van deze monitor niet in de lijst met "Modellen" verschijnt, moet u "Plug & Play" proberen.

Bij gebruik van een Macintosh systeem.

Als u de Macintosh-adapter (niet meegeleverd) gebruikt, moet u controleren of de Macintosh-adapter en de videosignaalkabel correct zijn aangesloten.

18 (NL)