
1.Druk SELECT om naar het Klokvak te gaan. verschijnt naast het vak.
2.Houd MODE ingedrukt om de instellingen te veranderen. De instelling zal knipperen.
3.Druk op + / - om waarde te verhogen / verlagen.
4.Druk op MODE om te bevestigen.
5.Herhaal stappen 3 tot 4 voor het instellen van tijdzone (+ / - 23 uur), 12 / 24 uur formaat, uren, minuten, jaar, datum / maand formaat, maand, datum en taal.
NB Als u +1 als tijdzone instelt, resulteert dit in uw locale tijd plus 1 uur.
Als u zich in de VS bevindt (alleen WMR80A) stelt u de klok in op:
0 voor Westkust | +1 voor Bergen |
+2 voor Centraal | +3 voor Oostkust |
NB De beschikbare talen zijn Engels, Frans, Duits, Italiaans, Spaans of Russisch.
Om de klokweergave in te stellen:
1.Druk SELECT om naar het Klokvak te gaan. verschijnt naast het vak.
2.Druk MODE om te schakelen tussen:
•Klok met Seconden
•Klok met Weekdag
•Kalender
MAANSTAND
De Kalender moet ingesteld zijn om deze functie te kunnen gebruiken (zie sectie Klok / Kalender).
| Nieuwe maan |
| Volle maan |
|
|
|
|
| Wassende |
| Afnemende |
| halve maan |
| halve maan |
|
|
|
|
| Eerste kwartier |
| Derde kwartier |
|
|
|
|
| Wassende volle |
| Afnemende |
| maan |
| volle maan |
|
|
|
|
AUTOMATISCH ZOEKEN (AUTO-SCAN
FUNCTIE)
Om de
1.Druk SELECT om naar het Temperatuur- of Vochtigheidsvak te gaan. verschijnt naast het vak.
2.Houd MODE ingedrukt om
3.Druk op een willekeurige knop om autoscan te stoppen.
NB Kanaal 1 wordt gebruikt voor de buitentemperatuur en
WEERSVERWACHTING
Het weervak bovenin het scherm toont de huidige weersgesteldheid en de weersverwachting voor de komende
Weersverwachtingsvak | |
ICOON | BESCHRIJVING |
| Zonnig |
| Half bewolkt |
| Bewolkt |
| Regenachtig |
| Sneeuw |
TEMPERATUUR EN VOCHTIGHEID
Het weerstation geeft binnen- en buitengegevens weer voor:
1.Temperatuur / relatieve vochtigheid (huidig / maximum / minimum)
2.Trendlijn
3. Gevoelstemperatuur (huidig / minimum) en dauwpuntniveau (huidig / maximum / minimum)
Het weerstation kan gegevens verzamelen van maximaal 3 sensoren.
NB Kanaal 1 wordt gebruikt voor de buitentemperatuur en
geeft aan van welke sensor u de gegevens bekijkt.
verschijnt wanneer u binnengegevens bekijkt.
Het tijdstempel registreert datum en tijd van in het geheugen opgeslagen temperatuur- en vochtigheidsgegevens.
Om de meeteenheid van de temperatuur te selecteren:
Druk op UNIT om °C / °F te selecteren.
NB Dit verandert de eenheid van alle temperatuurgegevens tegelijkertijd.
NL
7