Acculader
1. Gebruiksdoeleinden
Deze acculader produceert een ongeregelde gelijkspanning. Het apparaat is daarom uitsluitend bestemd voor
–het opladen van in de handel gebruikelijke startmotoraccu’s (loodaccu’s voor motorvoertuigen)...
–gebruik met een nominale spanning van 12V en een vermogen van 36 - 200 Ah ...
–huishoudelijk
–gebruik in regendichte ruimtes.
De acculader is niet bestemd voor de volgende doeleinden:
–niet voor het opladen van onderhoudsvrije of onderhoudsarme accu’s,
–niet voor andere accusoorten dan loodaccu’s,
–niet voor laden ter onderhoud, i.e. het langdurig opladen van accu’s,
–niet voor de spanningstoevoer van 12V- verbruikers.
Let op!
Ongeregelde laadapparaten zijn voor de voornoemde doeleinden niet geschikt, omdat zij daarvoor teveel energie leveren en zo beschadigingen kunnen veroorzaken.
Voorzichtig!
Gebruik de acculader in geen geval voor het opladen van
2. Technische gegevens
Aansluiting net | 230 V / 50 Hz | |
Opnamevermogen | 66 | W |
Beschermingsklasse | IP 20 | |
Uitgangsspanning | 12 | V nom. |
Uitgangsstroom | 5 Aeff / 3,5 Aarithm. |
3. Belangrijke aanwijzingen voor uw veiligheid!
•Gebruik de acculader alleen in goed geventileerde ruimtes, omdat er bij het opladen van accu’s gassen ontstaan, die in gesloten ruimtes een explosieve concentratie kunnen bereiken!
•Sluit de acculader nooit aan, als u gassen of brandstofdampen ruikt, omdat er bij de aansluiting reeds vonken ontstaan, die dan een explosie kunnen veroorzaken!
•Bescherm de acculader altijd goed tegen regen en vocht, om levensgevaar door elektrische schokken te vermijden.
•Bescherm de acculader tegen oververhitting, door de ventilatieopeningen altijd vrij te houden en het apparaat niet aan extra warmte bloot te stellen (zon, hete motor...).
•Probeer nooit defecte accu’s op te laden! Deze kunnen oververhit raken en exploderen!
4. Aansluiten
Controleer voor gebruik, of de netkabel en beide laadkabels in goede staat zijn.
Als de netkabel beschadigd is, mag u het apparaat pas in gebruik nemen als de netkabel door de klantenservice vervangen is. Anders kan er levensgevaar bestaan door elektrische schokken!
Als een of beide laadkabels beschadigd zijn,
kan er brandgevaar ontstaan door hoge kortsluitingsstromen. Laat de laadkabel eerst herstellen en laat controleren of de isolatie in orde is, voordat u het apparaat opnieuw gebru- ikt!
Voorzichtig!
Steek de netstekker nooit in het stopcontact, zolang de laadkabels niet op de juiste wijze op de accu aangesloten zijn!
De acculader heeft geen
de laadkabels staan dus meteen onder spanning, zodra de netstekker in het
stopcontact zit! Los hangende laadkabels kunnen dan kortsluiting veroorzaken!
➊Sluit eerst de rode laadkabel op de
pluspool van de accu aan,
➋en dan pas de zwarte laadkabel op de minpool van de accu.
Door deze volgorde vermindert u het kortsluitinggevaar, in het geval dat de rode kabel bij het aansluiten per ongeluk het metalen chassis (massa) aanraakt!
➌Steek nu pas de netstekker in het stopcontact – het opladen begint dan meteen.
5. Het opladen
Deze acculader beschikt niet over een tijd- schakelaar! Te lang opgeladen accu’s kunnen overladen en daardoor beschadigd raken. Neem daarom de volgende aanwijzingen m.b.t. het berekenen van de maximale laadtijd in acht:
De laadtijd is afhankelijk van de laadtoestand van de accu. Als u deze niet precies kent, kunt u die controleren met een in de handel gebruikelijke zuurmeter (gebruik volgens bij- gesloten aanwijzingen).
Slechts ter informatie: loodaccu’s worden
beschouwd als ...
–compleet ontladen bij een zuurgraad van minder dan 1,16 g/cm3
–half geladen bij een zuurgraad van 1,21 g/cm3
–compleet opgeladen bij een zuurgraad van meer dan 1,28 g/cm3
De laadtijd wordt berekend volgens de formule "accuvermogen gedeeld door de laadstroom ". Bijv.: bij een accuvermogen van 36 Ah en een laadstroom van 12 A , is de laadduur strikt the- oretisch ong. 3 uur (3 uur x 12 A = 36 Ah) Strikt "theoretisch", omdat de laadstroom daalt als de laadtijd toeneemt – deze daalt dus terwijl de accu voller wordt! Daarom:
➍Het meetinstrument op het laadapparaat toont altijd de actuele laadstroom, en deze staat alleen bij het laadbegin op de maximale waarde.
Let tijdens het dalen van de laadstroom op de getoonde waardes, om uit de middelwaarde
ongeveer de daadwerkelijke laadtijd in te
schatten.
Let op!
Als de laadstroom tijdens het opladen niet duidelijk daalt, wijst dat op een defecte accu! Deze mag dan in geen geval verder opgeladen worden, om oververhitting te voorkomen!
Let op!
Als de laadstroom hoger is dan ong. 10% van het accuvermogen, kan het zijn, dat de gasvorming in de accu zo sterk wordt, dat de accufabrikant het openen van de accudop voorschrijft, om evt. overdruk te voorkomen. Raadpleeg de gebruiksaanwijzingen voor de accu, om u over het openen van de accu en over de gevaren van accuzuur te informeren!
6. Laden beëindigen
Als het laden beëindigd is, bijv. volgens de berekende laadtijd of bij een geringe laadstroom:
➌Trek eerst de netstekker uit het stopcontact, voordat u de laadkabel verwijdert!
Door deze volgorde voorkomt u, dat bij een nog lopende acculader de al verwijderde laadkabel nog stroom geleidt en kortsluiting veroorzaakt!
➋Verwijder nu eerst de zwarte laadkabel van
de minpool ...
➊... en dan pas de rode laadkabel van de pluspool van de accu!
Door deze volgorde verkleint u het gevaar op kortsluiting, wanneer bij het verwijderen van het apparaat de rode laadkabel per ongeluk het metalen chassis (massa) aanraakt!
10
11