![](/images/new-backgrounds/1209827/209827105x1.webp)
Nederlands
7. Aansluitstuk voor schroevendraaier:
WR12DM: Code Nr. 991476
WR9DM: Code Nr. 996144 Deze wordt gebruikt voor het aandraaien van kleine schroeven (M6 – M8).
AANTEKENING
(1)Met her aansluitstuk kunt u alleen schroeven aandraaien, die zich in het verlengde van de drijfas bevinden.
(2)Draai met het aansluitstuk een paar schroeven vast voordat u ermee gaat werden. U kunt dan nagaan of het het koppel goed staat ingesteld.
(3)De vastdraaisnelheid zal aanmerkelijk verminderen als u houtschroeven, tapschroeven of soortgelijke schroeven gaat aandraaien.
⬤Geschikt kruiskopdrijver
|
| L | 6.35 | |
|
| Boor Nr. |
| |
Boor Nr. | L (mm) | Code Nr. | ||
Nr. | 2 | 45 | 955229 | |
70 | 955654 | |||
|
| |||
Nr. | 3 | 45 | 955230 | |
70 | 955655 | |||
|
|
8.12,7 mm
De extra toebehoren kunnen zonder aankondiging op ieder moment worden veranderd.
TOEPASSINGEN
◯
INLEGGEN EN UITNEMEN VAN DE BATTERIJ
1.Verwijderen van de batterij
Houd de handgreep goed vast en druk tegen de accuvergrendeling om de batterij te verwijderen (Zie Afb. 1 en 2)
VOORZICHTIG
Sluit de batterij nooit kort.
2.Aanbrengen van de batterij
Plaats de batterij met de polen juist aangebracht (Zie Afb. 2).
OPLADEN
Voor het gebruik van de slagmoeraanzetter dient de batterij als volgt opgeladen te worden.
1.Sluit het netsnoer van het acculader op het stopkontakt aan.
Wanneer de stekker van de acculader in het stop- kontakt wordt gestoken, zal het controlelampje in rood knipperen. (met tussenpozen van 1 sekonde).
2.Steek de batterij in het acculader.
Steek de batterij stevig op zijn plaats in de richting zoals aangegeven in Afb. 3, totdat de batterij de bodem van het
OPGELET
◯Zorg dat de batterij in de juiste richting van plus en min worden geplaatst, anders wordt niet alleen het opladen onmogelijk, maar kan ook de zekering springen, of kunnen storingen in de werking van de oplader ontstaan zoals een beschadigd oplaad-
kontakt.
3.Opladen
Wanneer een batterij in de acculader wordt aangebracht, blijft het controlelampje kontinu rood branden.
Wanneer de batterij volledig is opgeladen, gaat het controlelampje in rood knipperen. (met tussenpozen
van 1 sekonde) (Zie Tabel 5).
(1)Aanduiding van de controlelampje
De aanduidingen van het controlelampje zijn zoals aangegeven in Tabel 5, al naar gelang de toestand van de oplaadbare batterij of het acculader.
52