107
Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
• Als de geheugenoproepfunct ie wordt gebruikt bij een andere
brandpuntsafstand dan de oorspronkelijk ingestelde brandpuntsafstand, kan
de scherpgestelde afstand enigszins afwijken. Let met nam e op bij het gebruik
van de geheugenoproepfunctie bij langere brandpuntsafs tanden. Als de
aan/uit-schakelaar geluidssignaal ingesteld is op , klinkt er een pieptoon als
waarschuwing. Wij raden u aan de geheugenoproepfunctie zo ve el mogelijk bij
dezelfde brandpuntsafstand te gebruiken als waarop het geheugen is inge steld.
b Stel de scherpstelselectieknop in op MEMORY RECALL.
c Druk op een scherps telknop. Nadat het objectief tweemaal e en pieptoon heeft
gegeven, de ontspanknop volledig indrukken om de foto te nemen.
• De opgeslagen scherpste lafstand wordt opgeroepen wanneer een sch erpstelknop
wordt ingedrukt en de ontspanknop halverwege wordt inged rukt.
• Houd voor het nemen van foto's met de opgeslagen sch erpstelafstand, de
scherpstelknop ingedrukt en druk de ontspanknop volledig in.
• Het objectief keert terug van ge heugenoproep naar autofocus of handmatige
scherpstelling wanneer de scherpstelknop wordt losgelaten.
Autofocus (AF) starten via he t objectief (AF-O N)
a Stel de scherpstelmodusschakelaar in op A/M of M/A.
b Stel de scherpstelselectieknop in op AF-ON.
c Druk op een scherpstelk nop voor het nemen van de foto's.
�� Autofocus wordt geactiveerd wanneer een sc herpstelknop ingedrukt
wordt gehouden.
• De AF-ON funct ie kan ingesteld worden zowel vanaf de camera als vanaf
het objectief.
Vibratiereductiemodus (VR )
Basisconcept van vibratiereductie
Sterkte van vibraties Sterk
Zwak
Panoramafoto's
Cameratrilling
Aantal vibraties
Laag Hoog
Sterke
camerabewegingen
bij het maken van
foto’s vanuit een
rijdend voertuig
Stel de vibratiereductieschakelaar
in op NORMAL.
Stel de vibratiereductieschakelaar
in op ACTIVE.
Bij het fotograferen
Bij panoramafotografie
Bij fotografie vanuit een bewegend
voertuig
Bijhet fotograferen met een statief
Stel de vibratiereductieschakelaar in op NORMAL of ACTIVE.
Stel de vibratiereductieschakelaar in op NORMAL.
Stel de vibratiereductieschakelaar in op ACTIVE.
Stel de vibratiereductieschakelaar in op NORMAL of ACTIVE.
Vibratiereductie bij gebruik van een statief