26
BEDIENING
Schakel de stroom in via de hoofdschakelaar aan de voorkant
van de looptrainer. Nadat de stroom is ingeschakeld
controleert het bedieningspaneel altijd eerst of het LED-
scherm werkt. Hierna zal het bedieningspaneel u vragen uw
gewicht op te geven.

HET GEBRUIK VAN DE NOODSTOP

De looptrainer is uitgerust met een noodstop, welke in
werking treedt wanneer de veiligheidssleutel uit de sleuf
onder het bedieningspaneel getrokken wordt (afb. 8). Klem
het knijper vast aan een kledingstuk en duw de sleutel in de
daarvoor bestemde sleuf onder het bedieningspaneel.
BELANGRIJK! De looptrainer werkt alleen indien de
veiligheidssleutel correct is aangebracht; indien niet,
verschijnt de tekst “teth”op het scherm.

GEEF UW GEWICHT OP

1. Het kleine lampje naast “WEIGHT” flikkert en de
monitor geeft het laatst ingestelde gewicht aan.
2. Stel met de pijltoetsen uw eigen gewicht in.
3. Druk de “ENTER” toets in om het ingestelde
gewicht in de monitor op te slaan.
4. Het kleine lampje naast “SPEED” gaat nu aan en
de monitor geeft 0,0 snelheid.

GEBRUIKERS VOORKEUZE STAND

Deze looptrainer heeft een z.g. gebruikers voorkeuze stand,
waarmee de gebruiker kan kiezen voor weergave in de
Engelse maten (mijl, mph, lbs) of voor de metrische maten
(km, km/u, kg). Verder kunt u het audiosignaal aan- of
uitzetten en de lengte van de TIME OUT (pauzetijd) van 1 tot
5 minuten instellen.
1. Als de monitor in de beginstand “ENTER
WEIGHT” staat, drukt u de STOP-toets in en
houd deze ingedrukt en drukt u tegelijkertijd de
SCAN/SELECT toets in.
2. De monitor toont of “Engl” voor de Engelse of
“ISo” voor de metrische maten. Kies, met de
pijltoetsen, voor een van de twee.
3. Druk de SCAN/SELECT-toets nogmaals in. De
monitor geeft dan of “Aud 1” (= audio signaal aan)
of “Aud 2” (= audio signaal uit). Kies het gewenste
met de pijltoetsen.
4. Nogmaals de SCAN/SELECT-toets indrukken
geeft of: “to 1”, “to 2”, “to 3”, “to 4” of “to 5” (to =
afkorting voor Time Out). Kies de gewenste time
out/pauze-tijd door middel van de pijltoetsen.
Wanneer bv de “to 4” gekozen is, zal het
geheugen van de monitor, gedurende 4 minuten,
alle bereikte trainingswaarden vasthouden. Het is
nu mogelijk om binnen die 4 minuten de training
te hervatten zonder dat de trainingsgegevens
verloren gaan.
5. Druk vervolgens de “ENTER”-toets weer in om
naar de beginstand “ENTER- WEIGHT” terug te
gaan.

HARTSLAGMETING

In het bedieningspaneel is reeds een ontvanger voor
draadloze hartslagmeting geïnstalleerd. Hierdoor is het
mogelijk om de looptrainer te gebruiken in combinatie een
Polar borstband met een ingebouwde zender voor
hartslagmeting. De looptrainer J 440 is al standaard
uitgevoerd met een dergelijke ontvanger.
Draadloze hartslagmeting geschiedt door een zender die
middels een band om de borst bevestigd wordt. De
elektroden in deze zender transporteren de impulsen van de
hartslag middels een elektromagnetisch veld naar het
bedienings-paneel. Deze wijze van hartslagmeting is te
beschouwen als de meest betrouwbare. De dealer van de
looptrainer kan u nadere informatie geven over draadloze
hartslagmeting.

HET GEBRUIK VAN DE BORSTBAND

Alvorens u de borstband aanbrengt, dient u de gegroefde
elektroden die tegen de huid aan komen te liggen eerst wat
te bevochtigen met water of speeksel. Tussen de elektroden
en uw huid mag zich een dunne laag textiel bevinden, mits
dit op de contactpunten goed vochtig is.
Bevestig de borstband met behulp van het elastische bandje
onder de borstspier. De band moet zo strak zitten dat de
elektroden op hun plaats blijven tijdens de training. Zorg er
wel voor dat de band de ademhaling niet kan bemoeilijken.
BELANGRIJK! Indien de elektroden niet bevochtigd zijn
komt het signaal niet door. Als u een droge huid heeft kan
het zijn dat u de elektroden na enige tijd opnieuw moet
bevochtigen. Nadat u de elektroden heeft aangebracht
dient u deze enige tijd op temperatuur te laten komen.
De hartslagzender zendt de gemeten hartslag automatisch
naar de ontvanger, over een afstand van ten hoogste 1
meter. BELANGRIJK! Indien in de nabijheid ook andere
draadloze hartslagmeters gebruikt worden dient hun
onderlinge afstand minstens 1,5 meter te bedragen. Indien
er één ontvanger, maar meerdere zenders aanwezig zijn,
mag zich tijdens de meting slechts één persoon met zender
binnen het bereik van de ontvanger bevinden.
De zender houdt op te werken wanneer u deze van uw huid
afhaalt. Om storingen te voorkomen is het aan te bevelen om
de zender na gebruik zorgvuldig af te drogen.