27

BEGIN VAN DE TRAINING

Voordat u de looptrainer in gebruik neemt is het apparaat
volgens instructies gesmeerd en heeft u gecontroleerd of
het apparaat in alle opzichten juist functioneert en zorgt u
dat u vertrouwd bent met alle instellingen, de monitor-
weergave en toetsen.
Houd bij het op- en afstappen van de J 440 altijd de handrail
vast. Ook bij het wisselen van snelheid tijdens de training
moet de handrail vastgehouden worden. Spring nooit van
een draaiende band af!
BELANGRIJK! Ga voordat de looptrainer gestart wordt op
de zijpanelen aan de rechter- en linkerzijde van de J 440
staan. Ga dus niet op de loopmat staan voordat deze draait.
Druk de HAAS-toets (snelheid verhogen) éénmaal in. De
looptrainer begint te draaien met een snelheid van 1,5 km/
u. Stap nooit bij hogere snelheden op de loopband. Houd
nu de handrail stevig vast en stap rustig op de loopmat. Nu
kan de snelheid verhoogd worden door de HAAS-toets
ingedrukt te houden totdat de gewenste snelheid is bereikt.
Om de snelheid weer te verminderen moet de SCHILDPAD-
toets (snelheid verminderen) ingedrukt en vastgehouden
worden totdat weer de gewenste snelheid bereikt is.
BELANGRIJK! Stap nooit op de lopende band wanneer
deze sneller dan 1,5 km/u loopt.

LOOPHOEK INSTELLING

Verander de loophoek van de J 440 nooit als er op de
loopband gelopen wordt, maar ga op de zijtreeplanken
staan.

LOOPHOEK % VERGROTEN

Zodra de loopmat geheel gestopt is gaat u achter op de
looptrainer staan. Duw loophoek hendel op de linker handrail
naar voren. De achterzijde van de loopmat gaat dan traploos
naar beneden en zo verhoogt u de loophoek. Zodra de
gewenste loophoek stand is bereikt, laat u de hendel los.
Vervolg nu de training door de HAASJES-toets in te drukken.

LOOPHOEK % VERKLEINEN

Om de loophoek te verkleinen, moet u op de voorzijde van
de loopmat gaan staan. Let er goed op dat de loopmat
helemaal stil staat. Duw de hendel aan de linker handrail
naar voren. De achterkant van de looptrainer gaat omhoog
en verkleint daardoor de loophoek. Laat, zodra de gewenste
loophoek bereikt is, de hendel los. Vervolg nu uw training
door weer op de HAASJES-toets te drukken.

HET ONDERBREKEN VAN DE TRAINING

Indien u de training even wilt onderbreken drukt u eenmaal
op de STOP-toets om de band stil te zetten. De waarden en
resultaten van de training blijven voor een bepaalde tijd in
het geheugen. De aanwijzingen voor het instellen van deze
tijd, vindt u onder VOORKEURINSTELLINGEN. Wanneer u
de training wil voortzetten, drukt u op de HAAS-toets,
waarna de band opnieuw start met dezelfde snelheid als
waarmee gestopt werd. De waarden en de resultaten van de
onderbroken training blijven van kracht. Verstreken tijd,
afgelegde afstand en calorieverbruik zullen worden berekend
met inachtneming van de bewaarde gegevens.
Indien de onderbreking langer duurt dan de geprogram-
meerde bewaartijd zullen de resultaten nog wel in het
geheugen blijven zodat u deze kunt bekijken, maar u kunt
dezelfde training niet meer voortzetten. U kunt de waarden
op nul stellen met RESET of ENTER.
BELANGRIJK! Laat de veiligheidsleutel van de noodstop in
de sleuf achter wanneer u de training onderbreekt omdat
het anders niet mogelijk is om dezelfde training voort te
zetten.

NA IEDERE TRAINING

*Om spierpijn en stijfheid te voorkomen is het goed
om na elke training even rustig uit te lopen en rek- en
strekoefeningen te doen.
*Schakel de stroom uit via de hoofdschakelaar aan de
voorzijde van de trainer. Laat de veiligheidspen van
de noodstop niet in de sleuf achter.
*Neem de stekker uit het stopcontact en verwijder het
snoer uit de trainer. Berg het snoer op een veilige
plaats op, buiten het bereik van kinderen.
*Veeg de looptrainer schoon met een vochtige doek.
Gebruik geen plosmiddelen.
HET AFSTELLEN VAN DE BAND
Houd tijdens het gebruik in de gaten of de band goed blijft
lopen. Indien de band afstelling behoeft, wacht hier dan niet
mee tot na de training maar voer dit direct uit.
De band dient altijd in het midden van de trainer te lopen.
Indien de looptrainer op een egale ondergrond staat en de
band op de juiste spanning is zal het over het algemeen niet
nodig zijn om de band te centreren. Het kan echter zijn dat
als gevolg van een bijzondere loopstijl (waarbij bijvoorbeeld
het gewicht ongelijk verdeeld wordt) de band enigszins uit
het midden raakt. Indien dit gebeurt dient u als volgt te
handelen.
1. Schakel de trainer in via de hoofdschakelaar en
laat de band lopen met een snelheid van
ongeveer 5 km/u (3 mph).
2. Indien de band naar links trekt, draai dan de linker
inbusbout achter op De trainer 1/8 slag met de
klok mee en de rechter inbusbout 1/8 slag tegen
de klok in. BELANGRIJK! Het afstellen dient met