Gebruik
De computer die u wilt bedienen, kunt u op drie manieren benaderen: met behulp van het beeldschermmenu, met de CHANNEL toets of via sneltoetsopdrachten op het toetsenbord. Wanneer de OmniView™ PRO naar een andere computer overschakelt, is de muis een tot twee seconden lang buiten werking. Dit is een normaal verschijnsel dat zorgt dat een correcte muissynchronisatie tot stand komt.
De CHANNEL toets:
Door indrukken van de CHANNEL toets doorloopt u alle poorten, ook de ‘slapende’ poorten. |
| |||||||||||||
|
| 1 |
| 2 |
|
| 3 |
| 4 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||||
Sneltoetsopdrachten op het toetsenbord: |
|
|
|
|
|
|
|
| ||||||
U kunt de OmniView™ PRO ook met gemakkelijke toetscombinaties opdracht geven naar | Ne |
andere poorten over te schakelen. Om een OmniView™ PRO een bepaalde opdracht te geven, moet de SCROLL LOCK toets binnen twee seconden twee maal worden ingedrukt. Als bevestiging hoort u een pieptoon. Hieronder vindt u de verschillende opdrachten:
Overschakelen naar VORIGE ACTIEVE poort
(op dezelfde BANK)
Overschakelen naar de VOLGENDE ACTIEVE poort
(op dezelfde BANK)
Overschakelen naar de VORIGE BANK
(kiest standaard de eerste actieve poort op die bank)
Overschakelen naar de VOLGENDE BANK
(kiest standaard de eerste actieve poort op die bank)
Schakelt rechtstreeks naar poort Y op BANK X (X = {0 tot 3} g = {1 tot 4})
Stelt de OmniView™ PRO opnieuw in om een ‘verloren’ muis of toetsenbord of een nieuw toegevoegde ‘slave’ module te herkennen.
U kunt rechtstreeks naar elke poort overschakelen door de OmniView™ PRO de BANK- en
[2]dan wordt de computer op POORT 2 van de OmniView™ PRO ingesteld op BANK 2 gekozen. In de volgende figuur is dat PC nummer 10. Bezit u slechts één OmniView™ PRO, dan moet de eerste toets (X) een ‘0’ ZIJN.
67