Olie Aanbevelingen (zie fig. )
De motor wordt door Briggs & Stratton zonder olie verzonden. Voordat de motor gestart wordt, deze met olie vullen. Niet overvullen.
Gebruik een hoge kwaliteit detergerende olie die geclassificeerd is •For Service SF, SG, SH, SJ" of hoger zoals Briggs & Stratton SAE 30 olie, onderdeel1 nummer 100005 (0,6 liter) of 100006 (1,4 liter). Gebruik geen speciale toevoegingen met de aanbevolen oliën. Meng geen olie door de benzine.
Kies de SAE viscositeit olie van deze kaart die past bij de verwachte starttemperatuur voor de volgende keer olie verversen.
Noot: Synthetische olie die voldoet aan de ILSAC GF12, API certificatie markering en API service symbool (links getoond) met •SJ/CF ENERGY CONSERVING" of hoger, is een acceptabele olie bij alle
temperaturen. Het gebruik van synthe tische olie verandert de olie verversings intervallen niet.
*Luchtgekoelde motoren worden heter dan automobielmotoren. Het gebruik van niet1
synthetische multi1grade oliën (5W130, 10W130, enz.) bij temperaturen boven 4° C zal resulteren in hoger dan normaal olieverbruik. Controleer het oliepeil vaker bij gebruik van multi1grade olie.
**SAE 30 olie, indien gebruikt onder 4° C, zal resulteren in slecht starten en mogelijke schade aan de cilinderboring door onvoldoende smering.
Oliepeil controleren. Model Series oliecapaciteit is ongeveer:1,3 liter voor Modellen 170000 en 190000.1,4 liter voor Model 250000.Plaats de motor waterpas en reinig rond de olie vulopening Ê.Verwijder de peilstok Ë, met een schone doek afvegen en opnieuw vastdraaien. Verwijder de peilstok en controleer het oliepeil. De olie moet tot de •FULL" (=vol) markering komen. Niet overvullen.
OF
Verwijder de olievulplug Ì. De olie moet tot het punt van overlopen zijn Í.Draai de peilstok of de olievulplug stevig vast voordat de motor gestart wordt.Brandstof Aanbevelingen
Gebruik schone, verse, loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 77. Gelode benzine mag gebruikt worden als deze verkrijgbaar is en loodvrij niet. Schaf de benzine aan in hoeveelheden die binnen 30 dagen kunnen worden opgebruikt. Zie Opslag.
Gebruik geen benzine die Methanol bevat. Meng geen olie door de benzine.Voor bescherming van de motor raden wij het gebruik aan van Briggs & Stratton Brandstof Stabilisator, verkrijgbaar bij een Geautoriseerde Briggs & Stratton Service Dealer.
Reinigen rond de brandstof vulopening voordat de tankdop verwijderd wordt voor bijtanken. Vul de tank tot ongeveer 4 cm onder de bovenkant van de vulopening om de brandstof te kunnen laten uitzetten. Wees voorzichtig niet te overvullen.
Starten (zie fig. )HOUD ALTIJD HANDEN EN VOETENWEG VAN BEWEGENDE OF DRAAIENDE
DELEN.Gebruik geen onder druk staandestartvloeistof. De dampen zijn brandbaar.De machine waterpas starten, opslaan en bijtanken. Controleer het oliepeil.Open de benzinekraan indien hiermee uitgerust. OPGEPAST: oliebewaking1OIL GARD indien hiermee
uitgerust, (zie 7 fig. ) is bedoeld om te voorkomen dat een motor start met te weinig olie. OIL GARD kan mogelijk niet een draaiende motor uitschakelen. Motor1 schade kan optreden wanneer de olie niet op peil gehouden wordt en zal niet door garantie gedekt worden. Controleer altijd het oliepeil voordat de motor gestart wordt.
Indien de motor is uitgerust met OIL GARD, en indien de motor met te weinig olie draait, dan waar1 schuwt een lampje op de motor voor een laag oliepeil. Als het lampje knippert en de motor niet gestart kan worden, of gestopt is en niet opnieuw gestart kan worden, voeg dan olie toe. Vullen tot het punt van overlopen bij de olievulplug of de •FULL" (=vol) markering op de peilstok. Niet overvullen
Voor het starten (zie fig. )1.Beweeg de chokebediening Ê naar de CHOKE positie.2.Beweeg de toerentalbediening Ë naar de stand •FAST" (=volgas).3.Draai de benzinekraan Ì open, indien hiermee uitgerust.4.Beweeg de stopbediening Ínaar de stand •ON" (=aan),indien hiermee uitgerust.Indien de motor is uitgerust met OIL GARD, en indien de motor met te weinig olie draait, dan waar1 schuwt een lampje op de motor voor een laag oliepeil. Als het lampje knippert en de motor niet gestart kan worden, of gestopt is en niet opnieuw gestart kan worden, voeg dan olie toe. Vullen tot het punt van overlopen bij de olievulplug of de •FULL" (=vol) markering op de peilstok. Niet overvullen.
Repeteerstarter (zie fig. )Grijp de koordgreep en trek langzaam tot er weerstand gevoeld wordt. Trek het koord dan snel uit om door de compressie te komen, terugslag te
voorkomen en de motor te starten. Zonodig herhalen met de choke in de stand •RUN" (=aan) en de toerentalbediening in •FAST" (=volgas). Wanneer de motor start, deze gebruiken in de stand •FAST" (=volgas).
Bij motoren die zijn uitgerust met 12 volt startsystemen, de sleutel naar de stand •START" draaien Ê of de startknop Ë indrukken. Zonodig herhalen met de choke in de stand •RUN" (=draaien) en de toerentalbe1 diening in de stand •FAST" (=volgas). Als de motor start, deze gebruiken in de stand •FAST".
Noot: Als de machinefabrikant de accu geleverd heeft, laad deze dan volgens de aanwijzingen van de machinefabrikant op voordat getracht wordt de motor te starten.
Noot: Start steeds kort achter elkaar (15 sec. per minuut) om de levensduur van de startmotor te verlengen. Langdurig tornen kan de startmotor beschadigen.
Stoppen (zie fig. )De chokebediening niet naar •CHOKE" bewegen om de motor te stoppen. Er kan terugslag of motorschade optreden. Beweeg de toerentalbediening naar de positie •IDLE" (=stationair) of •SLOW" (=langzaam) Ê, indien hiermee uitgerust. Draai dan de sleutel naar •OFF" (=uit) of beweeg de stopbediening naar de stand •OFF" (=uit) Ë. Sluit de benzinekraan Ì.
Noot: Verwijder altijd de sleutel uit het contactslot wanneer de machine niet gebruikt wordt of onbeheerd wordt achtergelaten.
Noot: Wanneer de motor of de machine vervoerd wordt, de benzinekraan sluiten om lekkage te voorkomen.
Afstellingen (zie fig. )
Om per ongeluk starten te voor1 komen, de bougie1 kabel van de bougie losnemen Êen deze
aan massa leggen voor het afstellen en de accu loskoppelen aan de negatieve aansluiting, indien hiermee uitgerust.
Toerentalbediening afstellingen (zie fig. ) Handmatige frictie bedieningDe vleugelmoer Ë op de bedieningsplaat los1 of vastdraaien tot de toerentalbediening Ì met enige weerstand beweegt en nog wel in de ingestelde positie blijft staan wanneer de motor draait.
AfstandsbedieningDraai de buitenkabel klembout Í los. Beweeg de buiten1 en binnenkabel Îzo ver mogelijk in de richting van de pijl. Beweeg de toerentalbediening naar de stand •FAST" (=volgas). Draai de buitenkabel klembout vast.
Vaste regulateurbedieningDe afstelschroef voor het maximum toerental Ï is afgesteld op de fabriek volgens de specificaties van de machinefabrikant. NIET VERSTELLEN. Als afstelling nodig is, raadpleeg dan een Geautoriseerde Briggs & Stratton Service Dealer.
Carburateur afstellingDe fabrikant van de machine waarop deze motor is geïnstalleerd specificeert het maxi1 mum toerental waarop de motor gebruikt zal
worden. OVERTREF dit toerental NIET.Raadpleeg een Geautoriseerde Briggs & Stratton Dealer voor carburateur afstelling.
51