Lees de onderstaande tabel voordat u contact opneemt met een reparateur. Een probleem duidt niet altijd op een defect.
PROBLEEM | OPLOSSING (geen defect) | |
|
| |
Geuren en rook worden niet | • Reinig of vervang de filters als ze erg vuil lijken. (Zie pagi- | |
verwijderd. | na's | |
|
| |
De stof of geur monitor licht | • Mogelijk was de lucht niet schoon op het moment waarop | |
groen op hoewel de lucht niet | de stekker in het stopcontact werd gestoken. | |
schoon is. | Trek de stekker uit het stopcontact, wacht ongeveer een mi- | |
nuut en steek de stekker weer in het stopcontact. | ||
| ||
|
| |
De stof of geurmonitor licht | • De werking van de sensoren wordt beïnvloed door stof in | |
oranje of rood op hoewel de | de sensoropeningen. Maak de stofsensoren voorzichtig | |
lucht schoon is. | schoon (zie pagina | |
|
| |
Er komt een kloppend of tikkend | • Wanneer de luchtreiniger plasmacluster ionen produceert, | |
geluid uit de luchtreiniger. | kan er een zacht kloppend of tikkend geluid hoorbaar zijn. | |
|
| |
De uitgestoten lucht heeft een | • Controleer of de filters erg vuil zijn. | |
• Reinig of vervang de filters. | ||
geur. | • Plasmacluster luchtreinigers geven een zeer kleine hoe- | |
| veelheid ozon af die de geur kunnen veroorzaken. | |
|
| |
De luchtreiniger werkt niet als er | • Staat de luchtreiniger op een plaats waar de sigarettenrook | |
moeilijk waar te nemen is? | ||
een sigarettenlucht hangt. | • Zit er stof in de openingen van de stofsensoren? | |
| (Maak dan de openingen schoon.) (Zie pagina | |
|
| |
De filterindicator brandt. | • Steek de stekker in het stopcontact nadat u de filters heeft | |
vervangen en druk op de filterresetknop. (Zie pagina | ||
| ||
|
| |
Het display op het voorpaneel | • Controleer of de verlichting UIT staat. Zo ja, druk dan op de | |
is uit. | (Zie pagina | |
|
| |
De water | • Controleer de tempex vlotter op vuil. Maak de luchtbevoch- | |
niet op hoewel het waterreser- | tigingsbak schoon. Controleer of de luchtreiniger op een | |
voir leeg is. | vlakke ondergrond staat. | |
|
| |
| • Controleer of de luchtbevochtigingsbak en het waterreser- | |
Het water in het waterreservoir | voir goed zijn geïnstalleerd. Controleer het luchtbevochti- | |
gingsfilter. | ||
daalt niet of heel langzaam. | ||
• Reinig of vervang het filter als het erg vuil is. | ||
| (Zie pagina's | |
|
| |
De verlichting verandert | • De verlichting van de stof en geur monitor verandert auto- | |
regelmatig van kleur. | matisch van kleur wanneer de stofsensor en de geursensor | |
| onzuiverheden in de lucht waarnemen. | |
|
|