Apparatuur installeren
Zorg dat alle computers, randapparaten, printers en andere componenten uitgeschakeld zijn.
Bepaal eerst uw systeemconfiguratie: |
|
Vier PC’s delen één apparaat | Eén PC gebruikt vier apparaten. |
Dit is positie ‘4 op 1’. | Dit is positie ‘1 op 4’. |
Stel vervolgens dipswitch nr. 1 in volgens de gekozen positie. Zie de vorige pagina voor meer informatie.
•Voor positie ‘4 op 1’ zet u dipswitch nr. 1 op UIT.
•Voor positie ‘1 op 4’ zet u dipswitch nr. 1 op AAN.
Stel de dipswitches 2 en 3 in volgens eigen inzicht. Zie de vorige pagina.
Verbind vervolgens de computer(s), het apparaat of de apparaten en de Bitronics AutoSwitch met gebruikmaking van de juiste kabels. Gebruik voor de verbinding van de computer naar de AutoSwitch een IEEE DB25 M/M kabel, zoals de kabel in deze verpakking. Gebruik voor de verbinding van een printer met de AutoSwitch een IEEE printerkabel zoals Belkin type F2A046nXX (hierin is XX de lengte in voet).
Schakel alle computer(s) en apparaten nu in.
92