tafel dat het zaagblad in de sleuf in het werkoppervlak rust. Ondersteun hem met de handgreep met schakelaar. Breng de voorste handgreep en de montagesleuf in lijn met de spie in de montagebeugel. Breng de schroef van de voorste handgreep aan en draai hem stevig vast.
C Afstellingen
22 - Rand voorste loopwielschermkap
23a - Borgmoer (Bandzagen voor normale sneden)
23b - Borgmoer (Bandzagen voor diepe sneden)
24a - Dempingsschroef (Bandzagen voor normale sneden)
24b - Dempingsschroef (Bandzagen voor diepe sneden)
25 - Werkstukstop
26a - Bovenste steunblok (Bandzagen voor diepe sneden)
26b - Bovenste steunblok (Bandzagen voor normale sneden)
WAARSCHUWING!
Voorkom letsel. Haal de stekker altijd uit het stopcontact voordat u af- stellingen uitvoert.
Dempingsschroef
De dempschroef wordt bij een correct gemonteerd gereedschap zo ingesteld dat hij de voorste rollenbescherming raakt (afb. 4). Opgelet: wanneer u de dempschroef te sterk aantrekt wordt de bladspanning verminderd, hetgeen kan leiden tot slippen van het zaagblad. Borg de dempschroef na het instellen met de borgmoer. De dempschroef voorkomt vibraties bij het lopende gereedschap. Wanneer speling voorhanden is of met het gereedschap geen gladde snede kan worden uitgevoerd, moet de borgmoer worden losgedraaid en de schroef met een zeskantsleutel tot aan de aanslag van de voorste rollenbescherming worden ingeschroefd.
Afstellingen
Nadat de machine op de tafel is gemonteerd, controleert u of de machine en het zaagblad zich op de juiste plaats bevinden ten opzichte van de tafel. Twee eenvoudige afstellingen zorgen voor rechte, parallelle zaagsneden.
Verticale zaagafstelling
Wanneer het zaagblad naar behoren is afgesteld, hoort het haaks op het werkop- pervlak te staan (fig. 5). Steek de in- bussleutel in de kop van de borgschroef van de voorste handgreep. Plaatst een tekenhaak op het werkondersteunings- oppervlak en tegen de zijkant van het zaagblad, boven de tanden. Pak de hand- greep met schakelaar beet en draai de ma- chine totdat de zijkant van het zaagblad vlak met de verticale zijde van de tekenhaak ligt. Draai de bovenste en onderste montagebeugelschroeven stevig vast.
Parallelle zaagafstelling
Draai de twee klemmoeren van de zwenkbeugel ongeveer drie slagen los en sla op de einden van de bouten om ze vrij te maken (fig. 6a). Hierdoor kan zo ver mogelijk worden bijgesteld. Breng de achterkant van de werkstukstop in lijn met de rand van het bovenste steunblok (fig. 6b). Hierdoor ontstaat speling tussen de werkstukstop en grote werkstukken wanneer de machine naar de “vergrendelde” stand omhoog wordt gebracht. Plaats de tekenhaak tegen de verticale steunen van de montage- schroefklem en de zijkant van het zaagblad, boven de tanden (fig. 7). Pak de handgreep met schakelaar beet en draai de machine totdat de zijkant van het zaagblad vlak tegen de tekenhaak ligt. Draai de klemmoeren van de zwenkbeugel stevig vast (fig. 6a).
OPMERKING: Nadat u alle montage- instructies hebt gevolgd, moet u een paar proefsneden maken om er zeker van te zijn dat het zaagblad haaks op het materiaal staat. Voer zo nodig kleine bijstellingen uit terwijl de stekker van de machine uit het stopcontact is.
Schroefklem
Steek de zwenkpen in het midden van het gat in de montageschroefklem. Richt de kettinghaak met de vingers naar de tafel toe en steek hem in het verzonken gat in de zwenkpen. Schroef de krukmoer op de kettinghaak totdat de schroefdraden minstens gelijk liggen met de onderkant van de krukmoer (fig. 8).
Nadat de tafel helemaal in elkaar is gezet en is afgesteld, plaatst u het netsnoer boven over de machine en zet u het aan de montagebeugel vast.
13 | Nederlands |
