Levensmiddelencodes: In de dieetcomputer zijn de voedingswaarden, energiewaarden en soortelijke gewichten van 425 levensmiddelen opgeslagen. Via het numerieke toetsenbord wordt het gekozen levens- middel met een driecijferige code ingevoerd. De desbetreffende codecijfers zijn in de bijgaande levensmiddelenlijst vermeld.
Voorbeeld: Voor het levensmiddel nr. 4 (broodje) moet het codecijfer 004 worden ingetikt.
Ongeldig zijn de cijfers 000 en 426 t/m 999. Wordt één van deze cijfers ten onrechte ingevoerd, knippert dit cijfer op het display – voedings- waarden kunnen dan niet worden opgeroepen of aangewezen en ook het overbrengen van gegevens vanuit de dieetcomputer naar een PC is dan niet mogelijk.
Via de overeenkomstige toetsen op het bedieningspaneel kunnen de afzonderlijke voedingsbestanddelen van het ingevoerde levensmiddel worden opgeroepen.
Voor het afwegen van vloeistoffen moet de volumemodus d.m.v. de toets "vol" worden ingeschakeld.
Als er niet van een vloeistof of van stortgoed sprake is, worden er in volumemodus 5 strepen aangegeven. Door het herhaalde indrukken van de toets "vol" kan van "ml" op "floz" of "flozUS" worden omgeschakeld.
Tarreren, opslag en oproep van getotaliseerde waarden:
Opnieuw kom of schaaltje tarreren, het eerste levensmiddel erin doen en dan de
Met een druk op de toets "M+" worden alle waarden van het levensmiddel in het geheugen opgeslagen en – bij toevoeging van nog meer levensmiddelen – bij elkaar opgeteld.
Om de waarde van het van tevoren afgewogen levensmiddel weer op nul te zetten, moet bij het tarreren van verdere levensmiddelen bij elk afzonderlijke levensmiddel telkens de toets "TARA" worden ingedrukt.
Voor elk levensmiddel wordt het bijbehorende codecijfer ingevoerd en met de toets "M+" bij de geheugeninhoud opgeteld. De toets "M+" mag per optelling maar één keer worden ingedrukt want anders worden de actuele waarden opnieuw bij de geheugeninhoud opgeteld! Een "M" op het display geeft aan dat de waarden in het cumulatiegeheugen zijn opgenomen.
Om aan het einde van een zelf gekozen tijdsbesten weten, hoeveel en wat er binnen een bepaald tijdsbestek is gegeten, kunnen de waarden van de gewogen en gecumuleerde levensmiddelen in elke levensmiddelenbestanddeelmodus worden opgeroepen.
56