WAARSCHUWING:
LAAT NIET uw vertrouwdheid met het gereedschap (na regelmatig gebruik) omslaan in slordigheid of onachtzaamheid omtrent de strikt na te leven veiligheidsvoorschriften voor dit product. VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstige verwondingen.
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
•Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens de functies op het gereedschap te controleren of af te stellen.
Werking van de schakelaar (Fig. 1)
LET OP:
•Controleer altijd, voordat u de stekker in het stopcontact steekt, of de schuifschakelaar op de juiste manier schakelt en terugkeert naar de “UIT” stand wanneer u op de achterkant van de schuifschakelaar drukt.
•De schakelaar kan in de
Om het gereedschap te starten, schuift u de aan/uit- schakelaar naar de “I
Om het gereedschap te stoppen, drukt u op de achterkant van de
Toegestane snijdikte (Fig. 2)
De groef in het juk doet dienst als diktemaat voor de te knippen zachtstaalplaat of roestvrijstaalplaat. Als het materiaal in de groef past, kan het gereedschap dit knippen.
De dikte van het door te knippen materiaal hangt af van het soort materiaal (de treksterkte ervan). De maximale knipdikte voor diverse materialen wordt in de tabel hieronder aangegeven. Probeer niet om materialen te knippen met een grotere dikte dan hier staat aangegeven, want dat kan leiden tot defecten aan het gereedschap en/of lichamelijk letsel. Werk dus altijd binnen de dikte die in de tabel staat aangegeven.
Materiaal | Treksterkte | Max. knipdikte |
(N/mm2) | (mm) | |
Zachtstaal (A) | 400 | 1,6 (16 ga) |
|
|
|
Hardstaal (B) | 600 | 1,2 (18 ga) |
|
|
|
Roestvrijstaal | 800 | 0,8 (22 ga) |
|
|
|
Aluminium plaat | 200 | 2,5 (13 ga) |
|
|
|
006425
INEENZETTEN
LET OP:
•Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens enig werk aan het gereedschap uit te voeren.
Controle van de messen
Controleer vóór het gebruik van het gereedschap altijd eerst de messen op slijtage. Botte of versleten messen veroorzaken een slechte knipbeweging en verkorten de levensduur van het gereedschap.
Draaien of vervangen van de snijmessen (Fig. 3, 4, 5, 6, 7 en 8)
Zowel het bovenste als het onderste mes heeft aan beide kanten (de voor- en achterkant) vier snijranden. Wanneer de snijrand bot geworden is, dient u het bovenste en onderste mes 90° te draaien zodat de nieuwe snijranden zichtbaar worden.
Wanneer alle acht randen van zowel het onderste als het bovenste mes bot geworden zijn, dient u beide messen door nieuwe te vervangen. Telkens wanneer u de messen draait of vernieuwt, gaat u als volgt te werk.
Verwijder de borgbouten van de messen met de bijgeleverde
Bij sommige gereedschappen zit er een sluitring tussen het bovenste mes en de meshouder. Als het gereedschap zo’n sluitring heeft, gebruikt u dan tijdens het hermonteren ook vooral de dunne sluitring.
OPMERKING:
•Bij het onderste mes worden er geen dunne sluitringen gebruikt.
Monteer het bovenste mes en zet de borgbout van het bovenste mes vast met de
Na het vastzetten van het bovenste mes dient u op te letten dat er geen kier of speling open blijft tussen het bovenste mes en het afgeschuinde oppervlak van de meshouder.
Wanneer u het onderste mes op het juk monteert, dient u het onderste mes zodanig tegen het juk te duwen dat het in aanraking komt met de afgeschuinde gedeeltes A en B van het juk en de bovenkant C van de stelschroef van het onderste mes terwijl u de borgbout van het onderste mes vastzet. Bij het monteren mag er tussen A, B en C geen kier of speling open blijven.
OPMERKING:
•De stelschroef van het onderste mes is in de fabriek vast gemonteerd. Probeer er niet mee te knoeien.
19