HOOFDSTUK 4 BEDIENINGSPANEEL

Melding op LCD-scherm

Grafische stand

PEN INSTELLEN Stelt de dikte en grijswaarde in voor de zes plotterpennen.

KIES TEKENSET

Stelt de standaard- en alternatieve tekenset in.

Opmerking

Doorgaans worden deze instellingen door de software gemaakt, zodat u ze niet via de MODE-toets met de hand hoeft in te stellen. De via software of commando’s gemaakte instellingen hebben voorrang boven instellingen die via het bedieningspaneel zijn gemaakt.

Kies het gewenste menu en maak de instellingen als volgt:

Pen instellen

Kiest u PEN INSTELLEN, dan kan de afmeting en de grijswaarde voor elk van de zes pennen afzonderlijk worden ingesteld.

Kies de pen met de of toets en druk op SET.

INSTELLING PEN1

Nadat u PEN INSTELLEN heeft gekozen, schakelt u m.b.v. of over naar het menu met de opties en stelt u de dikte en de grijswaarde voor elk van de zes pennen afzonderlijk in m.b.v. de SET-toets..

Wanneer onderstaande melding verschijnt, kan de dikte van de pen m.b.v.

of worden ingesteld tussen 1 en 10 punten:

AFM. 1=3 punten*

Wanneer onderstaande melding verschijnt, kunnen de grijstinten m.b.v. of worden ingesteld op 15, 30, 45, 75, 90 of 100%.

GRIJS 1=100% *

4-29