HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN

Printerinstellingen

U kunt deze printer gebruiken zonder dat u de instellingen met de toetsen op het bedieningspaneel wijzigt. Deze zijn standaard ingesteld op fabrieksinstellingen. Indien nodig, kunt u deze instellingen veranderen en als gebruikersinstellingen in het geheugen van de printer opslaan.

Op deze printer zijn twee soorten instellingen mogelijk:

1.Gebruikersinstellingen

2.Fabrieksinstellingen

Houd er rekening mee dat de fabrieksinstellingen worden opgeheven wanneer u gebruikersinstellingen in het geheugen opslaat. De gebruikersinstellingen blijven van kracht tot u ze wijzigt of terugstelt op de fabrieksinstellingen.

Gebruikersinstellingen

Met behulp van de toetsen op het bedieningspaneel kunt u de fabrieksinstellingen van deze printer aan uw wensen aanpassen. Omdat de printer een geheugen heeft, kunt u de nieuwe instellingen als gebruikersinstellingen in het geheugen van de printer opslaan. Telkens wanneer u de printer aanzet, wordt dan gebruik gemaakt van deze gebruikersinstellingen.

In aanvulling hierop kunt u met de MODE-toets twee verdere sets gebruikersinstellingen opslaan en met de RESET-toets op die instellingen terugstellen. Wanneer een van de in het geheugen opgeslagen sets gebruikersinstellingen opnieuw wordt ingesteld, vervangt deze de huidige instellingen.

Fabrieksinstellingen

De stanaardinstellingen op deze printer zijn in de fabriek gemaakt. U kunt de printer met deze fabrieksinstellingen gebruiken, of ze aanpassen en gebruikersinstellingen in het geheugen van de printer opslaan.

Opmerking

Het wijzigen van in het geheugen opgeslagen gebruikersinstellingen heeft geen invloed op de standaard aanwezige fabrieksinstellingen. De fabrieksinstellingen zelf kunt u niet veranderen.

U gebruikt de RESET-toets wanneer u de in het geheugen opgeslagen gebruikersinstellingen wilt verwijderen en de fabrieksinstellingen weer wilt gebruiken. Raadpleeg “RESET-toets” in hoofdstuk 4 voor meer informatie hierover.

3-9