APPENDICES

5.Enveloppen met klemsluiting, druksluiting of touwtjes.

6.Enveloppen van glad of glanzend papier.

7.Enveloppen met een ruw of grof oppervlak, of gegraufeerde enveloppen.

8.Enveloppen die niet plat en vlak liggen, enveloppen met omgekrulde hoeken, gekreukelde enveloppen, of onregelmatige enveloppen.

9.Enveloppen met een open flap met lijm erop.

HET GEBRUIK VAN BOVENSTAANDE ENVELOPPEN KAN UW PRINTER BESCHADIGEN. DERGELIJKE SCHADE WORDT NIET DOOR GARANTIE OF ONDERHOUDSOVEREENKOMSTEN GEDEKT.

Opmerking

De fabrikant geeft geen aanbevelingen m.b.t. te gebruiken enveloppen en waarborgt het gebruik van enige enveloppen evenmin aangezien de kwaliteit van enveloppen van merk tot merk verschilt. De gebruiker van de printer is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de enveloppen die in de printer gebruikt worden.

ETIKETTEN enTRANSPARPARANTEN

De printer kan afdrukken op etiketten en transparanten die zijn ontworpen voor gebruik in een laser printer. De lijm van etiketten moet gebaseerd zijn op acryl, daar dergelijke lijm bij de hoge temperaturen in de fixeerinrichting stabieler is. De lijm mag niet in aanraking komen met delen van de printer aangezien de etiketten anders aan de drum of de rollen blijven plakken, wat papierdoorvoerstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaakt. Er mag geen lijm zichtbaar zijn tussen de etiketten. Etiketten moeten zodanig worden geplaatst dat zij de gehele pagina beslaan en op het vel mogen alleen in de lengte open plaatsen zichtbaar zijn. Gebruikt u vellen met open plaatsen tussen de etiketten, dan kunnen deze losraken en ernstige doorvoerstoringen of printproblemen veroorzaken.

Alle etiketten en transparanten die in de printer gebruikt worden, moeten gedurende 0,1 seconde bestendig zijn tegen een temperatuur van 200 ° C.

Etiketten en transparanten mogen niet zwaarder zijn dan de in de gebruikershandleiding aangegeven gewichten. Zwaardere etiketten of transparanten worden mogelijk niet goed doorgevoerd of niet goed bedrukt en kunnen uw printer beschadigen.

De gebruiker van de printer is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de etiketten en transparanten die in de printer gebruikt worden.

SCHADE OF ANDERE DEFEKTEN ALS GEVOLG VAN HET GEBRUIK VAN ONGESCHIKTE ETIKETTEN OF TRANSPARANTEN WORDEN NIET DOOR GARANTIE OF ONDERHOUDSOVEREENKOMSTEN GEDEKT.

Appendix–7