HOOFDSTUK 4 BEDIENINGSPANEEL

INVOER=AUTO *

3.Druk op of op totdat de gewenste papierinvoer op het LCD- scherm staat.

Melding op LCD-scherm

Papierinvoermethode/Papierbron

INVOER=AUTO

Automatische papierinvoer

 

 

INVOER=MF

Invoer via universele bak (MF)

 

 

INVOER=BAK1

Bovenste papierbak (Bak 1)

 

 

INVOER=BAK2

Onderste papierbak (Bak 2)

 

 

Opmerkingen

Let bij het selecteren van de invoer op het onderstaande:

￿De melding “INVOER=BAK2” verschijnt alleen wanneer de los verkrijgbare tweede papierbak is geplaatst.

￿Met de instelling INVOER=AUTO kunt u uw printer optimaal laten werken. Is het papier in de bak vanwaar wordt ingevoerd op, dan hoeft het printen niet te worden onderbroken. De standaardinstelling is AUTO. Hiermee kan papier uit alle bakken worden ingevoerd, op voorwaarde dat in alle bakken papier van dezelfde soort en afmetingen is geplaatst. Op die manier kan het printen foutloos doorgaan ingeval een van de bakken leeg is, daar de printer automatisch een andere bak kiest.

￿Selecteert u INVOER=AUTO, dan zoekt de printer automatisch naar de papierafmetingen die u in de paginalayout-stand met behulp van de MODE-toets heeft ingesteld, en voert hij het papier in vanuit de papierbron waarin papier van de ingestelde afmetingen is geplaatst. Heeft u in de onderste en bovenste bak papier van verschillende afmetingen geplaatst en is een van de bakken leeg, dan stopt de printer met afdrukken en wordt niet automatisch overgeschakeld naar een andere bak. Zo wordt voorkomen dat per ongeluk op papier van verschillende afmetingen wordt afgedrukt.

￿Heeft u verschillende soorten papier maar van dezelfde afmetingen geplaatst (bijvoorbeeld formulier “A” in bak 1, formulier “B” in bak 2), dan is het raadzaam om de invoerinstelling van AUTO te veranderen in BAK 1. Als het papier op is, zal de printer wachten zodat u de juiste papiersoort kunt plaatsen, waarna u op SEL drukt om het afdrukken te voltooien.

4. Druk op SET om uw keuze vast te leggen.

4-75