HOOFDSTUK 4 BEDIENINGSPANEEL

PAPIERSOORT

Gebruikt u ander papier dan normaal blanco papier, bijvoorbeeld dik papier, enveloppen of transparanten, dan moet voor een optimale printkwaliteit in deze stand de betreffende papiersoort worden geselecteerd.

Voor het selecteren van de papiersoort volgt u onderstaande stappen:

1. Op het LCD-scherm staat onderstaande melding:

PAPIERSOORT

2.Druk op SET om over te schakelen naar de stand voor het selecteren van de papiersoort. De huidige instelling wordt met een sterretje aangeduid:

NORMAAL *

3.Druk op of om normaal papier, dik papier of transparanten te selecteren.

4.Druk op SET om de instelling te activeren.

Opmerkingen

￿Vergeet niet de instelling weer op normaal papier terug te stellen nadat u op speciaal papier heeft afgedrukt.

￿Hoewel u enveloppen in bak 2 kunt plaatsen, kunnen deze niet vanuit deze bak worden ingevoerd.

￿Gebruik geen transparanten in bak 1 of bak 2; hiervoor dient de universele bak gebruikt te worden.

￿Als u op dik papier afdrukt en de toner bij normale instellingen niet goed aan het papier hecht, selecteert u DIK PAPIER of DIK PAPIER 2’ (alleen bij een resolutie van 300 of 600 dpi).

4-79