HOOFDSTUK 4 BEDIENINGSPANEEL

In onderstaande tekeningen ziet u het verschil in afdrukscherpte wanneer de High Resolution Control UIT staat (linker tekening) en wanneer deze op NORMAAL (rechter tekening) is ingesteld.

HRC = UIT

HRC = NORMAAL

Afb. 4-5 High Resolution Control

De High Resolution Control is standaard ingesteld op “ Normaal”. Afhankelijk van de ingestelde printdichtheid, kunt u de instelling wijzigen naar “ Licht” o f “ Donker”. Kies de beste instelling voor de juiste afdrukscherpte.

Om de afdrukscherpte te controleren, kunt u een testafdruk maken door de TEST-toets in te drukken. Zie “ TEST-toets” voor de juiste handel wijze.

Wanneer u een testafdruk maakt, drukt de printer een testpatroon af waarop tevens een blok met lijnen is te zien. Staat de hoge resolutie controle op UIT, dan zijn de lijnen rafelig en onscherp, zoals op onderstaande tekening te zien is. Lijnen in de testafdruk zijn gladder als de High Resolution Control op “Licht”, “N ormaal” of “D onker” is ingesteld. Door de High Resolution Control anders in te stellen en vervolgens een testafdruk te maken, kunt u de juiste afdrukscherpte verkrijgen.

HRC = UIT

HRC = NORMAAL

Afb. 4-6 High Resolution Control in testafdruk

4-35