Jp
En
De
Fr
Es
Se
Ru
Nl
It
Ck
Ch
Kr
Scherpstelselectieknop en scherpstelknop (Zie p. 104 voor compatibele camera's.)
Gebruik de scherpstelselectieknop voor het selecteren van een functie van de scherpstelknoppen.
Stand van | Scherpstelknopfunctie | |
scherpstelselectieknop | ||
| ||
Scherpstelvergrendeling | ||
MEMORY RECALL | Geheugenoproep | |
| AF starten | |
objectief | ||
|
• Druk voor het activeren van elke functie op een van de vier scherpstelknoppen.
• De standen van de scherpstelknop kunnen gewijzigd worden al naargelang de voorkeur van de afzonderlijke gebruiker. Neem voor nadere informatie contact op met uw dichtstbijzijnde Nikon servicedienst of vertegenwoordiging.
Scherpstelvergrendeling (AF-L)
Deze functie is enkel compatibel met autofocus.
aStel de scherpstelmodusschakelaar in op A/M of M/A.
bStel de scherpstelselectieknop in op
cIn de autofocusmodus kan de scherpstelling vergrendeld worden door het indrukken van een van de scherpstelknoppen.
•De scherpstelling blijft vergrendeld wanneer een scherpstelknop ingedrukt wordt gehouden.
•De
Geheugenoproep (MEMORY RECALL)
♪: Het objectief geeft een pieptoon wanneer de geheugenoproepfunctie wordt gebruikt.
○♪ : De geheugenoproepfunctie werkt zonder de pieptoon. De volgende bediening is wanneer de
a Stel scherp op een onderwerp en druk op de geheugenknop
om de scherpstelafstand op te slaan.
• Het objectief geeft een pieptoon wanneer de
scherpgestelde afstand correct is opgeslagen.
• Wanneer de scherpstelafstand niet correct wordt opgeslagen, zal de afstandsschaalring ongeveer 10 maal heen en weer draaien en zal het objectief één korte en drie lange pieptonen geven. Herhaal in dit geval de procedure voor het opslaan van de scherpstelafstand.
•Instellen van het geheugen is mogelijk ongeacht de instelling van de scherpstelmodus of scherpstelselectieknop.
•De scherpstelafstand blijft opgeslagen ook wanneer de camera wordt uitgeschakeld of het objectief van de camera wordt losgemaakt.