NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
DE HOOGTE VAN DE FLAPS CONTROLEREN EN
AFSTELLEN
1.Zet de machine op een vlakke, geschikte ondergrond die als referentieoppervlak kan dienen om de hoogte van de flaps te controleren. Controleer of de machine niet uit zichzelf kan bewegen. Schakel waar aanwezig het rempedaal (26) in.
2.Zet de contactsleutel (71) in ‘0’.
Controle van de zijflaps
3. | Controleer of de zijflaps (13 en 14) heel zijn. |
|
| Vervang de flaps als er scheuren (A, Afb. 15) van meer | S311468 |
| dan 20 mm of breuken (B) van meer dan 10 mm in zitten | Afbeelding 15 |
| (zie de werkplaatshandleiding voor vervanging van de |
|
| flaps). |
|
4. | Controleer of de zijflaps (13 en 14) 0 tot 3 mm van de |
|
| grond staan (A, Afb. 16). Stel zo nodig de hoogte van de |
|
| flaps bij en ga hierbij als volgt te werk. |
|
S311469 | S311470 |
Afbeelding 16 | Afbeelding 17 |
18
146 0676
SW 700S P