12. POLAR VERKLARENDE WOORDENLIJST

Aanduiding voor gecodeerde verzending van de hartslag. Het binnenste hartsymbool knippert op het ritme van uw hart.

In de TIME-functie een aanduiding dat het alarmsignaal is ingeschakeld. In de MEASURE-functie een aanduiding dat u een geluidssignaal hoort wanneer u de limieten van de inspanningszone overschrijdt.

Bolletjes scoren in de measure functie. Verschijnt er na iedere 10 minuten sporten in de inspanningszone een bolletje.

AGE: aanduiding van uw leeftijd in de gebruikersinstellingen.

ALARM: aanduiding voor de alarmtijd bij instellingen van het horloge.

AM/PM: 12-uurs tijdweergave.

AVERAGE Hr: aanduiding van de gemiddelde hartslag tijdens het sporten.

Elektroden: de elektroden gedeelten op de binnenkant van de borstband.

EXERCISE: functie voor de hartslagmeting. Dit geeft aan dat de stopwatch loopt en de hartslaginformatie wordt opgeslagen.

EXE. TIME: aanduiding van de totale inspanningsduur.

FAT: geeft het percentage vet van het totale calorieverbruik aan.

FILE: de functie voor het vastleggen van hartslaggegevens.

Gecodeerde transmissie: De Polar gecodeerde borstband gebruik automatisch een code die met uw hartslag naar de ontvanger wordt verzonden. Door het gecodeerde signaal wordt alleen de hartslag ontvangen die uw eigen borstband registreert. Hiermee wordt het risico aanzienlijk kleiner dat er storingen optreden door andere gebruikers van hartslagmeters. Niet alle interferentie uit de omgeving kan hiermee echter worden voorkomen.

Hartslag: het aantal hartslagen per minuut (hsm).

Hartslaglimieten, handmatig instellen: limieten die worden vastgesteld als percentages van de maximale hartslag. De percentages worden omgezet in hartslagen per minuut.

Hartslag variabiliteit: aanduiding van verschillen in intervallen tussen de hartslagen. Een gezond persoon heeft over het algemeen een grote hartslag

variabiliteit in rusttoestand en tijdens lichte inspanning. De HF-variabiliteit verdwijnt geleidelijk naarmate de inspanning zwaarder wordt en de hartslag hoger wordt.

HFmax: maximale hartslag.

IN ZONE: tijd doorgebracht in de inspanningszone.

Inspanningszone, IZ: het gebied tussen de bovenlimiet en onderlimiet van een inspanningszone. Deze limieten kunt u zelf opgeven of automatisch laten bepalen door de Polar hartslagmeter.

KCAL: aanduiding voor het calorieverbruik tijdens uw activiteit.

MEASURE: functie voor hartslagmeting. De stopwatch is niet actief.

OPTIONS: instellingsfunctie voor de gebruikersgegevens, functie voor hartslagmeting en horlogefuncties.

OWNCAL: calorieverbruik tijdens het sporten.

OWNINDEX: de OwnIndex is een score die vergelijkbaar is met de VO2max. De OwnIndex krijgt u na het uitvoeren van de Polar Fitness Test.

OWNZONE, OZ.: de inspanningszone die de Polar hartslagmeter voor u bepaalt. OwnZone is een persoonlijke richtlijn voor sporten met een lichte tot gemiddelde inspanning.

OZ geeft aan dat de OwnZone wordt bepaald.

OZ.A: iaanduiding voor OwnZone limieten die op leeftijd zijn gebaseerd.

OZ.L: uw vorige OwnZone limieten.

OZ.V: aanduiding voor OwnZone limieten die op uw hartslag zijn gebaseerd.

SEX: aanduiding voor het geslacht bij de gebruikersinstellingen. (Kies Male voor man of Female voor vrouw)

TIME: aanduiding voor de tijd bij het instellen van het horloge.

TIME OF DAY: horlogefunctie.

Tot. KCAL: aanduiding voor het totale calorieverbruik tijdens een aantal activiteiten.

Tot. TIME: de totale tijd van de activiteit.

USER SET: aanduiding voor de procedure waarmee u persoonlijke gegevens invoert.

NEDERLANDS 197

Page 36
Image 36
Polar F92ti user manual Polar Verklarende Woordenlijst