Andere stemmingssystemen gebruiken

Net zoals alle digitale instrumenten hanteert de C-190 de standaardstemming voor westerse muziek, waarbij de afstand (het interval) tussen alle halve tonen van een octaaf even groot is. Dit noem je de “gelijkzwe- vende stemming”.

Nog niet zolang geleden werden in de westerse klas- sieke muziek echter ook andere systemen gehanteerd. Bij die stemmingen verschillen de intervallen tussen alle halve tonen van een octaaf. De C-190 biedt vijf ver- schillende stemmingssystemen (“temperaturen”):

(1)Houd de [0]-knop ingedrukt, terwijl u op één van de volgende knoppen drukt.

Knoppencombin

Stemmingssysteem

atie

 

[0]

+ [1]

Middentoon

[0]

+ [2]

Pythagorisch

[0]

+ [3]

Kirnberger

[0]

+ [4]

Werckmeister III

[0] + [M1/2]

Gelijkzwevend (voorgeprogrammeerd)

Zie stap (2) voor het bepalen van de toonaard voor de gekozen stemming.

Middentoon: Een gedeeltelijke verbetering van de reine majeurstemming (veel “juister” dan de gelijk- zwevende temperatuur) met als doel in om het even welke toonaard te kunnen spelen Aangezien de afstanden tussen twee halve tonen echter niet overal gelijk zijn, klinkt deze stemming voor leken “vals”.

Pythagorisch: Een stemming uit het oude Grieken- land die de tegenstrijdigheden tussen kwarten en kwinten oplost. Melodieën klinken dus veel zuiverder dan normaal, maar akkoordenwerk is helemaal uit den boze.

Kirnberger: Deze stemming laat het transponeren van de muziek toe en kan voor zowat elke toonaard worden gebruikt.

Werckmeister III: Een combinatie van de midden- toon- en de Pythagoras-stemming, die eveneens in alle toonaarden kan worden gebruikt.

Gelijkzwevend: Deze stemming verdeelt een octaaf in twaalf gelijk grote intervallen. Hier zorgt vrijwel geen enkele noot voor twijfels i.v.m. het gespeelde interval.

Voor de middentoon- en de Pythagoras-stemming moet u aangeven in welke toonaard u speelt:

C-190 Draagbaar Orgel r

Transpositie (zelfde vingerzetting, andere noten)

(2)Houd de [0]-knop ingedrukt, terwijl u op de toets drukt die overeenkomt met de grondtoon (tonica) van de toonaard waarin u wilt spelen.

Wanneer u met andere instrumenten samenspeelt, klinken bepaalde noten soms vals. Stem de overige instrumenten dus volgens hetzelfde systeem.

Opgelet: Tijdens de weergave van een opgenomen nummer wordt telkens het laatst gekozen stemmingssysteem gehan- teerd.

Transpositie (zelfde vingerzetting, andere noten)

Het is ook mogelijk om uw muziek in een andere toon- aard te laten klinken dan degene waarin u ze speelt. Op die manier kunt u ook muziek met veel kruisen/# of B’s/ b (d.w.z. met veel zwarte toetsen) spelen zonder ook maar iets aan uw vingerzetting te wijzigen. Dat is bv. handig, wanneer u een nummer in een bepaalde toon- aard hebt ingestudeerd en het nu in een andere toon- aard moet spelen: wijzig gewoon de TRANSPOSE-instel- ling.

Opgelet: De transpositie geldt zo lang tot u een andere transpo- sitie instelt of de C-190 weer uitschakelt. Deze instelling kan niet worden opgeslagen.

Houd de [TRANSPOSE]-knop ingedrukt, terwijl u op de toets drukt die overeenkomt met de grondtoon van de benodigde toonaard.

TRANSPOSE

De [TRANSPOSE]-knop licht op.

–of–

Houd de [TRANSPOSE]-knop ingedrukt, terwijl u het gewenste interval met de [DOWN]- of [UP]-knop kiest.

Dat is iets gevaarlijker, omdat de keuze nergens wordt getoond. U moet dan ook het aantal drukken tellen. Elke druk komt overeen met één halve toon.

Om weer naar de normale toonhoogte terug te keren moet u de [TRANSPOSE]-knop ingedrukt houden, ter- wijl u op een C-toets (of op [DOWN] + [UP]) drukt. De

[TRANSPOSE]-knop dooft.

Voorbeeld: spelen in C, maar klinken in E

Als u bij het drukken op een C-toets telkens een “E” wilt horen, moet u de [TRANSPOSE]-knop ingedrukt houden en een E-toets indrukken.

Opgelet: De transpositie geldt alleen voor de noten die u op het klavier van de C-190 of een pedaaleenheid van de PK-serie speelt. De via MIDI IN ontvangen en door de Recorder gespeelde noten worden nooit getransponeerd.

137