
Functies voor ‘specialisten’
7.Functies voor ‘specialisten’
In dit hoofdstuk komen functies aan bod, die u waarschijnlijk maar sporadisch nodig hebt. Daarmee kunt u de
Windchest Panning
Met de WINDCHEST
De beschikbare instellingen vertegenwoordigen courante pijpschikkingen van kerkorgels.
Het volgende kunt u voor elke orgelklank apart instel- len. Die instellingen kunt u in het globale geheugen opslaan (zie blz. 139).
(1)Druk op de
De knop begint te knipperen. De indicators van alle registerknoppen doven.
(2)Druk op de registerknop van de orgelklank wiens stereoverdeling u wilt wijzigen.
Dat mag een knop van eender welke sectie zijn (PEDAL, MANUAL I of MANUAL II). Diens indicator begint te knipperen.
(3)Kies met de [DOWN]- of
r
De tekeningen zijn waarschijnlijk overduidelijk.
(4)Druk opnieuw op de
Nu zal het gekozen register telkens de nieuw gekozen stereoverdeling hanteren. Vergeet niet deze instelling in het globale geheugen op te slaan
■Laden van de voorgeprogrammeerde “Windchest
Als u op zekere dag beslist weer de voorgeprogram- meerde stereoverdeling te gebruiken, moet u de
De
Als u de indruk hebt dat een bepaalde orgel- of orkest- klank te hard (of te zacht) staat t.o.v. de andere, kunt u er het volume van verminderen (verhogen) zonder het volume van de andere klanken te wijzigen. Dit is m.a.w. een balansfunctie.
(1)Druk op de
Schakel hem uit, als u het volume van een orgelklank wilt wijzigen. Schakel hem in om het volume van een orkestklank te wijzigen.
140