Recording video or TV programmes
When you have finished dubbing a tape
Press x on both your camcorder and the VCR.
Using the Remote Commander
In step 3, press z REC and MARK simultaneously, then immediately press X. In step 5, press X at the scene where you want to start recording from.
You can connect one VCR only using the i.LINK cable.
During digital editing
The colour of the display may be uneven. However, this does not affect the dubbed picture.
If you record playback pause picture with the DV Interface
The recorded picture becomes rough. When you play back the picture using your camcorder, the picture may jitter.
Before recording
Make sure that the DV IN indicator appears on the LCD screen or in the viewfinder. The DV IN indicator may appear on both equipment.
Note on the Remote Commander
Your camcorder works in the commander mode VTR 2. Commander modes 1, 2 and 3 are used to distinguish your camcorder from other Sony VCRs to avoid erroneous remote control operation. If you use another Sony VCR in the commander mode VTR 2, we recommend changing the commander mode or covering the sensor of the VCR with black paper.
Opnemen van video- of TV- |
| |
programma’s |
| |
|
|
|
Na afloop van het kopiëren van de |
| |
| ||
Druk zowel op de camcorder als op de |
| |
videorecorder op de x toets. |
| |
Gebruik van de afstandsbediening |
| |
Druk in stap 3 z REC en MARK tegelijk in en |
| |
druk dan meteen op X. Druk in stap 5 op X bij |
| |
het punt waar u wilt beginnen opnemen. |
| |
|
|
|
Met de |
| |
videorecorder worden aangesloten. |
| |
Tijdens digitale montage |
| |
| ||
De kleurweergave op het scherm kan vervormd | Editing | |
beeld. | ||
zijn. Dit heeft geen invloed op het gekopieerde |
| |
dergelijk beeld op uw camcorder kan het beeld | / | |
Videomontage | ||
Als u het beeld in de weergavepauzestand |
| |
overneemt via de DV Interface |
| |
Het overgenomen beeld zal dan nogal |
| |
grofkorrelig doorkomen. Bij weergave van een |
| |
bovendien op en neer trillen. |
| |
Vóór het opnemen |
| |
Zorg dat de DV IN indicator verschijnt op het |
| |
| ||
indicator kan op beide apparaten verschijnen. |
|
Opmerking bij de afstandsbediening
Uw camcorder werkt in de bedieningsstand VTR
2.De bedieningsstanden 1, 2 en 3 dienen om uw camcorder te onderscheiden van andere Sony videorecorders en bedieningsfouten te voorkomen. Als u reeds een andere Sony videorecorder met afstandsbedieningsstand VTR 2 gebruikt, dan is aanbevolen om eerst de bedieningsstand van de andere videorecorder te veranderen, of de afstandsbedieningssensor van dat apparaat met een stukje zwart papier af te dekken.
145