U moet goed opletten als een apparaat door of in de buurt van |
|
kinderen wordt gebruikt. Laat het apparaat niet onbeheerd achter |
|
terwijl dit wordt gebruikt. |
|
Wees voorzichtig omdat het aanraken van hete onderdelen van |
|
het apparaat tot brandwonden kan leiden. |
|
U moet een apparaat met een beschadigd snoer of een apparaat |
|
dat is gevallen of beschadigd, niet gebruiken. Laat het eerst |
|
nakijken door een bevoegde onderhoudsmonteur. |
|
Laat het apparaat volledig afkoelen voordat u dit opbergt. Wikkel |
|
het snoer losjes om het apparaat wanneer u dit opbergt. |
|
Dompel het apparaat niet onder in water of andere vloeistoffen. |
|
Zo kunt u het risico op elektrische schokken verkleinen. |
|
Haal het apparaat niet uit elkaar, maar laat het nakijken door een |
|
bevoegde onderhoudsmonteur als het apparaat moet worden |
|
onderhouden of gerepareerd. Zo kunt u het risico op elektrische |
|
schokken verkleinen. Als het apparaat op onjuiste wijze weer in |
|
elkaar wordt gezet, kan dit tot elektrische schokken leiden |
|
wanneer het apparaat weer wordt gebruikt. |
|
Het gebruik van een accessoire dat niet wordt aanbevolen door de |
|
fabrikant, kan brand, elektrische schokken of lichamelijk letsel |
|
veroorzaken. |
|
Door onjuist gebruik kunnen batterijen heet worden of |
|
exploderen. |
|
Gebruik alleen de batterijen die in deze gebruiksaanwijzing |
|
worden vermeld. |
|
Plaats de batterijen met de polen |
|
Stel batterijen niet bloot aan vuur of hoge temperaturen. |
|
Probeer batterijen niet op te laden (met uitzondering van |
|
oplaadbare batterijen), kort te sluiten of te openen. |
|
Gebruik altijd batterijen van hetzelfde type en hetzelfde merk. |
|
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. | NL |
3NL