Oorspronkelijke instelling: LARGE
• Is er een grote middenluidspreker aangesloten die alle lage tonen zonder problemen kan weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”. Gewoonlijk zal de stand “LARGE” het best voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn ingesteld op “SMALL”, kunt u de middenluidspreker niet instellen op “LARGE”.
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave van meerkanaals Surround Sound niet naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand “SMALL” om de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste frequenties van het middenkanaal worden overgeheveld naar de voorluidsprekers (als die op “LARGE” zijn ingesteld) of naar de aparte
• Sluit u geen middenluidspreker aan, kies dan de stand “NO”. Al het geluid van het middenkanaal wordt dan weergegeven door de voorluidsprekers.*2
pFormaat van de achterluidsprekers (REAR)Oorspronkelijke instelling: LARGE
• Zijn er grote achterluidsprekers aangesloten die alle lage tonen zonder problemen kunnen weergeven, dan kiest u de stand “LARGE”. Gewoonlijk zal de stand “LARGE” het best voldoen. Als de voorluidsprekers echter zijn ingesteld op “SMALL”, kunt u de achterluidsprekers niet instellen op “LARGE”.
• Klinkt het geluid vervormd, of is de ruimtelijke weergave van meerkanaals Surround Sound niet naar wens, met te weinig basweergave, dan kiest u de stand “SMALL” om de basverdelingscircuits in te schakelen, zodat de laagste frequenties van de achterkanalen worden overgeheveld naar de aparte
z*1~*3 komen overeen met de volgende Dolby Pro Logic standen voor de
*1 NORMAL *2 PHANTOM *3 3 STEREO
Bij de interne signaalverwerking bepaalt de keuze van het LARGE of SMALL luidsprekerformaat voor elk stel luidsprekers of de ingebouwde akoestiekprocessor de laagste frequenties al dan niet naar de betreffende luidspreker(s) zal uitsturen. Als de lage tonen uit een bepaald kanaal worden verwijderd, zullen de basverdelingscircuits die frequenties overbrengen naar de aparte
Aangezien echter ook de lage tonen een zekere mate van richtingsgevoeligheid hebben, is het beter het gehele frequentiespectrum van de verschillende kanalen intact te laten, indien mogelijk. Daarom kunt u zelfs met een stel kleine luidsprekers toch de stand “LARGE” kiezen als u de lage tonen ook door die luidsprekers wilt laten weergeven. En andersom, als u grote luidsprekers aansluit maar niet wilt dat ze de laagste tonen weergeven, kunt u voor die luidsprekers best “SMALL” kiezen.
Als de totale geluidsindruk minder is dan gewenst, kiest u dan voor alle luidsprekers de stand “LARGE”. Als er te weinig bassen klinken, kunt u die extra versterken met de
Met deze parameter kunt u de plaats van uw achterluidsprekers invoeren, voor een juiste werking van de Digital Cinema Sound klankbeelden in het “VIRTUAL” akoestiekgenre. Zie de onderstaande afbeelding.
• Stel in op “SIDE” als de plaats van uw achterluidsprekers binnen het zijgebied A valt.
• Stel in op “MIDDLE” als uw achterluidsprekers verder naar achteren staan opgesteld, in het gebied B.
• Stel in op “BEHIND” als uw achterluidsprekers helemaal achteraan staan, in het gebied C.
Deze instelling is alleen van invloed op de klankbeelden in het VIRTUAL akoestiekgenre.
| 90° |
|
A | 60° | A |
|
| |
B | 30° B |
|
C | C |
|
| 20° |
|
luidsprekers de van opstellen en Aansluiten