bedieningsfuncties Overige

OpnemenOpnemen op een videocassette

Met deze tuner/versterker kunt u beelden opnemen vanaf een videorecorder, TV of laserdisc-speler. Ook bestaat de mogelijkheid om tijdens kopiëren of monteren van video- opnamen een nieuw geluidsspoor in te voegen vanaf een geluidsbron naar keuze. Zie voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van uw videorecorder of laserdisc- speler.

1Stel in op de beeld/geluidsbron die u wilt opnemen.

2Breng het weergave-apparaat in gereedheid voor afspelen.

Plaats bijvoorbeeld de op te nemen laserdisc in de laserdisc-speler.

3Plaats een voor opnemen geschikte videocassette in de videorecorder (VIDEO 1 of VIDEO 2) die u voor opnemen gebruikt.

4Start het opnemen op de opname-videorecorder en start dan de weergave van de videocassette of de laserdisc die u wilt opnemen.

zTijdens kopiëren of monteren van video-opnamen kunt u een nieuw geluidsspoor invoegen vanaf een geluidsbron naar keuze.

Zoek op de videoband het punt op waar u het nieuwe geluid wilt invoegen, stel in op de geluidsbron en start de weergave daarvan. Het geluid van het gekozen weergave-apparaat zal op het geluidsspoor van de videoband worden opgenomen in plaats van het oorspronkelijke geluidsspoor.

Om terug te keren naar het oorspronkelijke geluidsspoor voor de rest van de video-opnamen, stelt u weer in op de video- geluidsbron.

Opmerking

Zorg dat er zowel digitale als analoge aansluitingen zijn gemaakt op de TV/LD en DVD ingangen. Het is niet mogelijk analoge opnamen te maken als er alleen digitale aansluitingen zijn gemaakt.

Instellingen met de SET UP toets

Met de SET UP toets kunt u de volgende instellingen maken.Instellen van het CONTROL A1bedieningssysteem

Met het CONTROL A1 bedieningssysteem kunt u andere Sony componenten die zijn aangesloten via CONTROL A1 bedieningssnoeren (zie blz. 13) automatisch laten in- en uitschakelen bij indrukken van de betreffende geluidsbron-keuzetoets.

Bij aflevering staat de automatische in/uitschakelfunctie ingeschakeld (“ON”).1Druk op de SET UP toets.2 Druk op de cursortoetsen ( of ) om het onderdeel “AUTO FUNCTION” te kiezen.3Draai aan de instelknop om in te stellen op “ON” of “OFF”.

50NL