Opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek

luidsprekers de van opstellen en Aansluiten

pHoogte van de achterluidsprekers (REAR HGT.)*Oorspronkelijke instelling: LOW

Met deze parameter kiest u de hoogte van uw achterluidsprekers, voor een juiste werking van de Digital Cinema Sound klankbeelden in het VIRTUAL akoestiekgenre. Zie de onderstaande afbeelding.

• Stel in op “LOW” als uw achterluidsprekers op de grond staan of vrij laag zijn opgehangen, in het gebied A.

• Stel in op “HIGH” als uw achterluidsprekers relatief hoog aan de wand hangen, in het gebied B.

Deze instelling is alleen van invloed op de klankbeelden in het VIRTUAL akoestiekgenre.

B B

 

60

A

A

 

30

*Deze parameters zijn niet beschikbaar als er eerder voor het “Formaat van de achterluidsprekers (REAR)” “NO” is gekozen.

zBetreffende de opstelling van de achterluidsprekers (SIDE, MIDDLE en BEHIND)

Deze instelling is speciaal bestemd voor de Digital Cinema Sound klankbeelden in het VIRTUAL akoestiekgenre. Bij deze klankbeelden is de luidspreker-opstelling niet zo’n overheersende factor als bij de andere akoestiekfuncties. Al de VIRTUAL klankbeelden zijn gebaseerd op de veronderstelling dat de achterluidsprekers geheel achter de luisterplaats zouden staan of hangen, maar het klankbeeld blijft grotendeels zoals bedoeld, ook wanneer de achterluidsprekers nogal opzij en ver uiteen staan. Als de achterluidsprekers echter pal naast de luisteraar hangen en recht op oorhoogte gericht zijn, zullen de VIRTUAL klankbeelden alleen klinken zoals bedoeld wanneer u voor de opstelling van de achterluidsprekers de stand “SIDE” hebt gekozen. Ook dat geldt echter niet in alle gevallen, aangezien de akoestiek van elke luisterruimte wordt bepaald door een heel stel variabelen, zodat u misschien wel betere resultaten bereikt met de “BEHIND” of “MIDDLE” opstelling als de luidsprekers hoog boven uw luisterplaats hangen, ook al is dat pal ter weerszijden ervan.

Daarom kunt u wellicht het best een favoriete geluidsbron met meerkanaals Surround Sound afspelen en dan goed luisteren welk effect elke instelling op de uiteindelijke klank heeft, ook al kan dit wel eens leiden tot een andere instelling dan hierboven aangegeven onder “Opstelling van de achterluidsprekers (REAR PL.)”. Kies de stand die een fraai open, ruimtelijk gevoel oplevert, met een zo hecht mogelijke samenhang tussen het geluid van de voorluidsprekers en dat van de achterluidsprekers.

Als u geen duidelijke voorkeur kunt uitspreken tussen de verschillende instellingen, kies dan de stand “BEHIND” en gebruik dan de luidsprekerafstand-parameter en de geluidssterkte-instellingen om de weergave optimaal af te regelen.

20NL

pAanwezigheid van een lagetonen-luidspreker(SUB WOOFER)Oorspronkelijke instelling: YESAls u een lagetonen-luidspreker hebt aangesloten, stelt u hierbij in op “YES”.

Gebruikt u geen aparte lagetonen-luidspreker, dan stelt u in op “NO”. Hiermee schakelt u de basverdelingscircuits in, zodat de LFE laagfrequente signalen worden overgenomen door de andere luidsprekers.

Om volledig profijt te trekken van de Dolby Digital (AC-3) basverdelingscircuits willen wij u aanbevelen om de bovengrensfrequentie voor de lagetonen- luidspreker zo hoog mogelijk in te stellen.

pAfstand van de voorluidsprekers (FRONT)Oorspronkelijke instelling: 5,0 meter

Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de linker of rechter voorluidspreker (afstand A op blz. 18).

De afstand van de voorluidsprekers is instelbaar in stapjes van 0,1 meter, van minimaal 1,0 meter tot maximaal 12,0 meter van uw luisterplaats.

Als de beide voorluidsprekers niet precies even ver van uw luisterplaats staan, kiest u hier de afstand van de dichtstbijzijnde luidspreker.

pAfstand van de middenluidspreker (CENTER)

Oorspronkelijke instelling: 5,0 meter

Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de middenluidspreker.

De afstand van de middenluidspreker is instelbaar in stapjes van 0,1 meter, van (maximaal) dezelfde afstand als de voorluidsprekers (afstand A op blz. 18) tot

1,5 meter dichter bij uw luisterplaats (afstand B op blz. 14).

Plaats de middenluidspreker niet op grotere afstand van uw luisterplaats dan de voorluidsprekers.

pAfstand van de achterluidsprekers (REAR)Oorspronkelijke instelling: 3,5 meter

Stel hier de afstand in van uw luisterplaats tot de linker of rechter achterluidspreker.

De afstand van de achterluidsprekers is instelbaar in stapjes van 0,1 meter, van (maximaal) dezelfde afstand als de voorluidsprekers (afstand A op blz. 18) tot

4,5 meter dichter bij uw luisterplaats (afstand C op blz. 18).

Plaats de achterluidsprekers niet op grotere afstand van uw luisterplaats dan de voorluidsprekers.

Als de beide achterluidsprekers niet precies even ver van uw luisterplaats verwijderd zijn, kiest u hier de afstand van de dichtstbijzijnde luidspreker.