Bijregelen van de klankbeelden

akoestiek Sound Surround van Genieten

U kunt de klankbeelden naar wens aanpassen door de akoestiekparameters en de klankkleur van de midden- en voorluidsprekers zo in te stellen dat het geluid in uw luisterruimte optimaal klinkt.

Wanneer u een klankbeeld bijgeregeld heeft, zullen de nieuwe instellingen in het geheugen bewaard blijven (tenzij de tuner/versterker langer dan ongeveer twee weken niet op een stopcontact aangesloten is). Om een bijgeregeld klankbeeld opnieuw te wijzigen, hoeft u enkel de gewenste veranderingen aan te brengen.

Zie het overzicht op blz. 39 voor de parameters waarmee u een bepaald klankbeeld kunt bijregelen.

Voor de beste weergave van meerkanaalsSurround Sound

Zorg voor een juiste luidspreker-opstelling en volg de aanwijzingen onder “Opstelling voor meerkanaals Surround akoestiek” vanaf blz. 18 alvorens u een klankbeeld gaat aanpassen.

Aanpassen van de akoestiekparameters

Het SUR menu biedt een aantal parameters waarmee u allerlei verschillende aspecten van het gekozen klankbeeld kunt aanpassen. De instellingen die u in dit menu kiest worden voor elk klankbeeld afzonderlijk vastgelegd.

1Start de weergave van een geluidsbron die is gecodeerd met een meerkanaals Surround geluidsspoor.

2Druk op de SUR toets.

De toets licht op en de eerste parameter wordt aangegeven.

3 Druk op de cursortoetsen ( of ) om in te stellen op de parameter die u wilt bijregelen.

4Draai aan de instelknop om de gewenste stand te kiezen. De gekozen instelling wordt automatisch vastgelegd.

Effectniveau (EFFECT)

Oorspronkelijke instelling: (afhankelijk van het klankbeeld)

Met deze parameter kunt u de sterkte of nadruk van het gekozen klankbeeld naar wens instellen.

Wandbekleding (WALL)

Oorspronkelijke instelling: gemiddeld

Wanneer geluid weerkaatst wordt door een wand die bekleed is met relatief zacht materiaal of door gordijnen, worden de hoge tonen verzwakt. Een hardere wandbekleding daarentegen reflecteert het geluid meer gelijkmatig en zal de frequentiekarakteristiek van het geluid daarom minder sterk beïnvloeden. Deze “WALL” parameter simuleert de hardheid van de wandbekleding, door het variëren van de hoeveelheid hoge tonen. De S (soft) instelling geeft een zachte wandbekleding aan en de H (hard) instelling een harde wandbekleding. De gemiddelde stand geldt voor een standaard halfharde wand (van hout).

Weerkaatsing (REVERB)

Oorspronkelijke instelling: gemiddeld

Bij een muziekuitvoering zal het geluid altijd een aantal malen heen en weer kaatsen tussen de linker en rechter wanden, het plafond en de vloer, vóór het onze oren bereikt. Hoe groter de ruimte, des te langer zullen de weerkaatsingen duren. Met deze parameter kunt u de tijdsduur van de vroege weerkaatsingen bijregelen om zo een grotere (L) of een kleinere (S) ruimte te simuleren.

De weerkaatsingen zijn instelbaar over een ±8 instelbereik in 17 stapjes, van –8 (S, voor Small) tot +8 (L, voor Large).

De gemiddelde stand (0) geeft een standaard ruimte, zonder bijregeling.

Schermdiepte (SCREEN DEPTH)

Oorspronkelijke instelling: MID

In een bioscoop wordt de indruk gewekt alsof het geluid direct komt vanaf de beelden die op het scherm verschijnen. Met deze parameter kunt u in uw luisterkamer hetzelfde effect bereiken door het geluid van de voorluidsprekers te verschuiven tot “binnenin” het scherm.

De schermdiepte is instelbaar op OFF, MID of DEEP.

De DEEP stand geeft het beeldscherm-geluid de grootste diepte.

Virtuele luidsprekers (VIR. SPEAKERS)

Oorspronkelijke instelling: ON

Hiermee kunt u de virtuele luidsprekers die worden gesimuleerd bij de CINEMA STUDIO EX. A, B, C en SEMI-CINEMA STUDIO EX. A, B, C klankbeelden aan en uit zetten.

36NL