/Controleer of de tuner/versterker en de aangesloten apparatuur naar behoren zijn ingeschakeld.
/Controleer of de MASTER VOLUME regelaar niet nog in de 0 stand staat.
/Controleer of de SPEAKERS luidspreker- keuzeschakelaar niet in de OFF stand staat of in de stand voor een luidsprekerpaar dat niet op de tuner/versterker is aangesloten (zie onder “7
/Controleer of alle luidsprekersnoeren naar behoren zijn aangesloten.
/Druk op de MUTING toets om de geluiddemping uit te schakelen, zodat het “MUTING” indicatorlampje boven de toets dooft.
Een bepaalde geluidsbron is niet te horen./Controleer of het betreffende
/Controleer of de stekkers van het aansluitsnoer aan beide zijden, op de tuner/versterker en het
/Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES stekkerbus en zet de SPEAKERS schakelaar in de OFF stand om te controleren of de hoofdtelefoon wel goed geluid geeft (zie onder “7 Luidspreker- keuzeschakelaar (SPEAKERS)” en “Hoofdtelefoon- aansluiting (PHONES)” op blz. 26).
Als ook bij de aangesloten hoofdtelefoon slechts via één kanaal geluid te horen is, kan er iets mis zijn met de aansluitingen van het weergave- apparaat op de tuner/versterker. Controleer dan of de stekkers van het aansluitsnoer aan beide zijden, op de tuner/versterker en de geluidsbron zelf, stevig in de stekkerbussen zijn gestoken.
Als de hoofdtelefoon wel via beide kanalen geluid geeft, kan er iets mis zijn met de aansluiting van de niet werkende voorluidspreker op de tuner/ versterker. Controleer dan de aansluitingen van de voorluidspreker die geen geluid geeft.
Doet zich een probleem voor dat hierboven niet vermeld staat, zie dan het hoofdstuk “Verhelpen van storingen” op blz. 52.
luidsprekers de van opstellen en Aansluiten