33
NL
HANDLEIDING R60
3. + / -
Instelling van de streefwaarden,
intensiteitinstelling: weerstand / hartslag
vermeerderen: met de + knop; weerstand / hartslag
verminderen: met de - knop.Dezelfde toetsen vindt
u ook op de afstandbediening van de trekstang.
4. RECOVERY
Meten van de conditiehartslag.
5. START / STOP
Begin en einde van de training.
TOETSEN VAN DE TREKSTANG
Het toestel moet aangesloten zijn opdat de toetsen
van de trekstang zouden kunnen werken. Deze
toetsen brengen slechts korte stroomstoten over
naar de teller, want die herkent geen langere
stroomstoten.
Indien de toetsen van de trekstang niet werken,
gaat u vooreerst na of het toestel aangesloten
is op een stopcontact. Daarna initialiseert u de
afstandsbesturing opnieuw door gedurende vijf
seconden tegelijkertijd op de drie toetsen van de
trekstang te drukken. Test vervolgens of de toetsen
werken.
Bedenk ook dat er een batterij in de stang zit.
Indien de toetsen niet werken, vervang dan de
batterij en vergewis u ervan dat de batterij in de
juiste richting geplaatst is. Voor gebruik thuis kan
een batterij evenwel verschillende jaren gebruikt
worden.
OPGELET! Plaats na afloop van de oefening de
trekstang op zijn plaats in de houder. Maak de
trekstang nooit los tijdens de oefening!
DISPLAYS
1. Strokes (treksnelheid/min.)
Het aantal trekbewegingen per minuut; er is ook
een balk onderaan de display die de treksnelheid
aangeeft.
2. Trainingstijd
00:00 – 99:59 meting per seconde; h1:40 – h9:59
meting per minuut.
3. Hartslag gedurende de training
Het hartsymbool knippert met dezelfde snelheid
als de gemeten hartslag. De pijlen in het display
geven aan wanneer de hartslag de van tevoren
ingestelde boven- of ondergrens overschrijdt.
4. Trainingsafstand (km / mile)
0.00 – 99.99 km / mijl
5. Speed (timer voor een afstand van 500 m, kmu/
mpu) tijd 0-9.59/500 m
6. Energieverbruik (Kcal)
Schatting van het totaal energieverbruik gedurende
de training, 0 – 9999 kcal
7. Tijd (Clock)
Werkelijke tijd
8. Temperatuurmeter (Temp C / Temp F)
Meting van de kamertemperatuur in Celsius of in
Fahrenheit.
9. Vochtigheidsmeter (Humidity %)
Meting van de vochtigheidsgraad in de kamer,
0 – 100%
10. Display van de hoofdwaarde
De gekozen trainingswaarde staat met grote
nummers midden op de monitor; de overige
trainingswaarden kunnen tegelijkertijd gevolgd
worden op bovenste regel van de monitor.
11. Cumulatieve hartslagdisplay
Indien bij de training een hartslagprogramma
gebruikt wordt, geeft de display het profiel weer
dat gedurende de hartslag training gevormd wordt.
12. Vervanging van de batterijen
Een waarschuwingsdisplay geeft aan wanneer de
batterijen aan vervanging toe zijn.
GEBRUIK VAN DE MONITOR
De monitor gaat aan door het indrukken van een
willekeurige knop van de monitor. Indien het
apparaat langer dan 5 minuten niet gebruikt wordt,
schakelt de monitor automatisch uit. Maak een
keuze uit de betreffende meeteenheden met behulp
van de schakelaar op de achterkant van de monitor.
Maak een keuze uit metrische eenheden (km,
km/h, Celsius) of Engelse eenheden (mijlen, mph,
Fahrenheit). Stel de tijd (clock) van de monitor als
volgt in: druk bij het aanzetten van de monitor 3
seconden tegelijkertijd op + en - toetsen.
Op de hoofddisplay komt nu een tijddisplay. Stel
de tijd in met behulp van de + / - toetsen. Van uren
naar minuten en terug naar het opstart menu komt
men met behulp van de SET -knop.
MANUAL TRAINING
Bij handmatige instelling van het trainingsniveau
kan het weerstandsniveau bijgesteld worden
gedurende de training met behulp van de
afstelknop.
1. Er kan direct met de training begonnen worden
door op de START / STOP knop te drukken. Stel
het weerstandsniveau in tijdens de training door op
de afstelknop te drukken.
2. De training kan ook begonnen worden met het
instellen van de streefwaarden voor de
training. Druk op de + /- knoppen totdat onder
het hoofdnummerdisplay het woord Manual
verschijnt.
3. Druk vervolgens op de SET –knop, waarna de
streefwaarden ingesteld kunnen worden.
4. TIME = instellen van de gewenste duur van de
training met behulp van de + / - -knoppen. Met
de SET –knop door naar de volgende instelling.
5. DISTANCE = instellen van de gewenste afstand
voor de training met behulp van de + / - -knoppen.
R60.indd 33R60.indd 33 2.3.2006 17:22:192.3.2006 17:22:19