HQ VIDEO
Deze instelling regelt het soort video dat op de Component- en
Component | De |
| phono’s) als SCART is |
|
|
RGB SCART | De |
| phono’s) als de SCART is RGB. Gebruikt u |
| via |
| synchronisatiesignaal te gebruiken. |
|
|
SET-UP (NTSC)
Via deze instelling regelt u het
0 IRE | Hiermee verwijdert u het pedestal van |
| instelling dient in Japan gebruikt te worden en ook als |
| u |
| bevindt. |
|
|
7.5 IRE | Dit is het standaard pedestalniveau dat gebruikt dient te |
| worden in alle landen met |
| |
|
|
AUDIO SETUP
Geluid 3/7
Geluid | Bitstream/2 Ka. |
Max 96K | |
Pro Logic | Uit |
Geluidsvertraging | Normal |
Hier kunt u het type analoge en digitale geluidsuitgangen configureren. Vooral het type voor de digitale uitvoer dient goed ingesteld te zijn als u een externe geluidsdecoder, ontvanger of
GELUID
Hier kunt u het type analoge en digitale geluidsuitgangen configureren. Vooral het type voor de digitale uitvoer dient goed ingesteld te zijn als u een externe geluidsdecoder, ontvanger or
Bitstream | De instelling „Bitstream” ondersteunt de volgende |
| geluidsstandaarden: |
| 2 channel PCM (op CDs of DVDs) |
| Dolby Digital |
| MPEG |
| DTS |
| Gebruik de instelling „Bitstream” als u een externe |
| decoder heeft die Dolby Digital ondersteunt. |
|
|
Stereo PCM | Wanneer de digitale uitgang „Stereo PCM” is geselecteerd, |
| wordt al het afgespeelde geluidsmateriaal naar stereo |
| „gedownmixed” en als |
| Gebruik deze instelling als u een externe |
| heeft die alleen |
|
|
Aangezien de digitale en analoge weergave sterk gerelateerd zijn, zal de analoge audio weergave het geselecteerde type van digitale weergave reflecteren.
De volgende opties zijn mogelijk:
Bitstream + | De digitale weergave is „Bitstream” (zoals hierboven |
6 Ka. | vermeld). De analoge audio omvat een weergave over |
| maximaal zes kanalen, afhankelijk van het bronmateriaal, de |
| luidsprekerconfiguratie (zie hoofdstuk “Luidspreker |
| en de Pro Logic instelling (zie verder). |
|
|
Bitstream + | De digitale weergave is „Bitstream” (zoals hierboven |
2 Ka. | vermeld). De analoge audio omvat een |
| |
|
|
PCM + 2 Ka. | De digitale weergave is |
| vermeld). De analoge audio omvat een |
| |
|
|
DOWN-SAMPLE
Max 96 K | Kies deze optie als uw externe geluidsdecoder digitaal |
| geluid met een samplefrequentie van maximaal 96 kHz |
| kan verwerken, of als u de |
| gebruikt. Dit is de maximum samplefrequentie die op |
| |
|
|
Max 48 K | Kies deze optie als uw externe geluidsdecoder geen |
| digitaal geluid met een samplefrequentie tot 96 kHz kan |
| verwerken. |
|
|
N.B.: Deze instelling geldt echter alleen voor de uitvoer van DVD- videoschijven.
PRO LOGIC
Dit regelt de „Pro Logic” decodering. De Pro Logic decodering creëert een
Uit | Er wordt geen Pro Logic verwerking uitgevoerd. |
|
|
Aan | De Pro Logic verwerking wordt uitgevoerd op alle geschikt |
| 2- kanaals materiaal. |
|
|
Auto | De Pro Logic verwerking wordt uitgevoerd als de audio |
| track op de DVD een indicatie geeft dat het in Dolby |
| Surround is gecodeerd. |
|
|
N.B.:
Als de
Als de speler enkel een configuratie heeft voor twee luidsprekers (zoals beschreven in het volgende hoofdstuk), zal er geen Pro Logic decodering worden uitgevoerd.
MP3 bestanden zijn – net zoals
Nederlands
81