NEDERLANDS
1KENMERKEN
2BENAMING EN FUNCTIES VAN ONDERDELEN (Zie bladzijde 3)
2Programmeren en willekeurige weergave van 99 tracks
2Weergave met ± 12% variabele snelheid
2
2Enkelvoudige/continue weergavefunctie
2
2
2Directe weergave
2Cascadeweergave
2Weergave bij inschakeling
Max. 10°
• Wanneer de |
is het toestel nog aangesloten op de netvoeding. |
• Trek het netsnoer uit als u voor langere tijd |
weggaat, bijvoorbeeld op vakantie. |
• De |
wordt gemonteerd met het voorpaneel onder |
een hoek van 10 graden ten opzichte van het |
(1) Voorpaneel
qAan/uit-schakelaar (POWER)
•De spanning wordt ingeschakeld wanneer de toets vanuit de uitgeschakelde (£) in de ingeschakelde (¢) stand wordt gezet..
•De spanning wordt uitgeschakeld wanneer de toets vanuit de ingeschakelde (¢) in de uitgeschakelde (£) stand wordt gezet.
wCD-houder
•Plaats de CD op deze houder. Druk op de
Zorg er bij het plaatsen van de CD voor dat deze goed in de houder ligt.
eOpen-/sluittoets van CD-houder (5 OPEN/CLOSE)
•Druk op deze toets om de CD te plaatsen of uit te nemen. Bij elke druk op de toets wordt de
rAfstandsbedieningssensor
(REMOTE SENSOR)
•Voor informatie over de draadloze afstandsbediening: neem contact op met uw plaatselijke dealer of verdeler.
tDisplay
• Zie bladzijde 57 voor meer informatie.
yPLAY-toets (1)
• Weergave beginnen.
•Bij direct zoeken drukt u bijvoorbeeld op de
toets als u tracknummer 3 wilt beluisteren.
Voor tracknummer 12 drukt u op en dan
op .
Om tracks te programmeren, drukt u op de PROG./DIRECT !7om de programmeerstand in te stellen.
!4+10 toets
•Druk eerst op deze toets om tracknummers hoger dan 10 te kiezen.
•Gebruik deze toets in combinatie met de nummertoetsen !3.
Bijvoorbeeld, om tracknummer 15 te kiezen,
drukt u op en dan op .
Om tracknummer 33 te kiezen, drukt u drie
keer op en dan op .
!5!6CD-snelheidsregeltoets (–, +)
•Druk op deze toets om de weergavesnelheid in te stellen binnen een bereik van ± 12 tot
•De ingestelde weergavesnelheid wordt getoond op het display.
!7PROG./DIRECT-toets
•Druk op deze toets om tracks in te voeren voor geprogrammeerde weergave. (Zie bladzijde 59 voor meer informatie).
•Wanneer deze toets wordt ingedrukt, licht de
verticale vlak. Als het toestel te sterk wordt |
gekanteld, is het mogelijk dat het plaatsen en |
uitnemen van CD's niet meer op de juiste manier |
kan gebeuren. |
uSTOP-toets (2)
•Druk op deze toets om de weergave te beëindigen.
iPAUSE-toets (3)
• Weergave pauzeren.
o!0Trackzoektoets (8, 9)
•Met deze toets kiest u de track die u wilt weergeven.
!1!2Zoektoets (6, 7)
•Deze toetsen worden gebruikt om nauwkeurig te zoeken naar het punt waarop de weergave moet worden gestart.
!3Nummertoetsen
(1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 0/CLEAR)
•Gebruik deze toetsen voor de directe zoek- en programmageheugenfuncties.
!8RANDOM-toets
•Wanneer deze toets wordt ingedrukt, wordt de
!9REPEAT-toets
• Druk hierop voor herhaalde weergave.
@0TIME-toets
•Bij elke druk op deze toets verandert het tijddisplay.
•Normaal gezien verschijnt verstreken “ELAPSED” in het tijddisplay en wordt de verstreken tijd getoond.
•Wanneer u één keer op deze toets drukt, verschijnt resterend “REMAIN” op het tijddisplay en wordt de resterende tijd van de huidige track getoond.
Wanneer u nogmaals op de toets drukt, wordt de resterende tijd tot het einde van de CD getoond.
56