3
4
Selecteer de tekenset die u wilt gebruiken zolang “” op de display knippert.
Elke keer dat u op deze toets drukt, selecteert u een andere tekenset. De beschikbare tekensets worden in deze volgorde op de display aan u aangeboden:
HoofdCapitalettersle ( )KleineSmall letters () NumbersCijfers enandsymbolensymbols ( )
Selecteer het gewenste teken.
Meer informatie over de beschikbare tekens treft u aan op bladzijde 58.
5
Verplaats de cursor naar de positie voor het volgende of het vorige teken.
NEDERLANDS
6 Herhaal stap 3 t/m 5 tot u de volledige naam die u wilde invoeren hebt opgegeven.
7 | Druk op de knop wanneer het laatste teken dat u wilde |
| selecteren nog op de display knippert. |
De naam die u hebt opgegeven, wordt nu in zijn geheel in het geheugen opgeslagen.
De ingevoerde tekens verwijderen
Volg de bovenstaande procedure en voer nu in plaats van tekens spaties in.
57