![](/images/new-backgrounds/1201687/201687171x1.webp)
Getimede fotografie (5/7)
De timer instellen
| Voor een correcte werking dient u een interval te |
| kiezen dat ten minste één seconde langer is dan de |
| belichtingstijd. Wanneer u autofocus gebruikt, stelt u |
| de vertraging in op twee seconden of meer en kiest u |
| een interval van minimaal twee seconden langer dan |
| de belichtingstijd om ervoor te zorgen dat de camera |
| tijd heeft om te focussen. Als u ruisonderdrukking |
| bij lange sluitertijden gebruikt (beschikbaar op som- |
| mige digitale camera’s), moet het interval ten minste |
| twee keer zo lang zijn als de belichtingstijd. |
Nl | Intervals van 00:00:00 worden automatisch in- |
| gesteld op 00:00:01 wanneer er op de knop SET (In- |
| stellen; ) is gedrukt om de instellingen te activeren. |
| Als u het aantal opnamen wilt instellen op |
| (onbegrensd), selecteert u 1 en druk u omlaag met de |
| pijlknop ( ) of selecteert u 399 en drukt u omhoog |
| met de pijlknop. |
2.3Nadat u alle gewenste instellingen hebt aan-
gepast, | drukt u op de knop SET (Instellen; | ) |
om de | nieuwe instellingen te activeren. | Er |
klinkt een piep (als de luidspreker is ingescha- keld) en de indicator SET (Instellen) gaat uit.
De nieuwe instellingen blijven van kracht tot- dat u deze wijzigt of totdat de batterijen wor- den verwijderd of leeg raken.
3. De timer starten
Druk op de knop TIMER START/STOP ( ). De timer wordt gestart en TIMER ACTIVE (Timer actief; ) gaat knipperen op het
Terwijl de sluiter geopend is, wordt op het
12