Aansluiten van het toestel

Aansluiten van het spanningsaansluitpunt

Gebruik altijd de aanbevolen accu en aarddraad (los verkrijgbaar). Verbind het accudraad direct met de positieve pool (+) van de autoaccu en het aardedraad met het chassis van de auto.

De aanbevolen maten voor de draden (AWG: American Wire Gauge) zijn als volgt. De accudraad, de aarddraad en de optionele directe aarddraad moeten allemaal dezelfde maat hebben.

Gebruik draad van 10 AWG tot 20 AWG voor de draad voor de systeemafstandsbediening.

Maat voor de accudraad en de aarddraad

Draadlengte

minder dan

minder dan

minder dan

minder dan

 

2,1 m

3,6 m

5,2 m

6,4 m

Draadmaat

4 AWG

2 AWG

1 AWG

0 AWG

 

 

 

 

 

1.Trek het accudraad van het motorgedeelte naar de cabine van de auto.

Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de versterker zijn gemaakt, het accusnoer- aansluitpunt van de versterker aan op het positieve aansluitpunt (+) van de accu.

De draad tussen de zekering en de positieve (+) pool van de accu mag maximaal 45 cm lang zijn.

 

 

 

 

 

Engine

Interior of

 

 

 

 

Motor-

Interieur van

 

 

 

 

 

compartment

the vehicle

 

 

 

 

compartiment

het voertuig

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Positieve

Zekering 300 A

 

 

 

 

Boor een gat

Elke versterker

aansluiting

moet APART

van 14 mm in

(+)

 

voorzien zijn van

de carrosserie

 

 

zijn eigen 300 A

van de auto.

 

 

zekering.

 

 

 

 

 

 

 

 

Steek het rubberen O-vormige

 

 

 

 

doorvoerbuisje in de

 

 

 

 

carrosserie van de auto.

2.Strip de isolatie van het uiteinde van de draden met een striptang of mes.

Accudraad, aarddraad: 23 mm tot 25 mm

Draad voor de systeemafstandsbediening:

14 mm tot 16 mm

3.Sluit de draden aan.

Zet de draden stevig met de schroeven van de aansluitingen vast.

Aansluiting voor systeemafstandsbediening

Spannings-

Aansluitpuntschroef

aansluitpunt

Terminal

(POWER)

screw

 

GND

Accudraad

aarde-

aansluiting

 

Aarddraad

Draad voor systeemafstandsbediening

WAARSCHUWING

Als de accudraad niet goed wordt bevestigd aan het aansluitpunt met behulp van de schroef, kan het aansluitpunt oververhit raken, hetgeen kan leiden tot schade en letsel, met inbegrip van lichte brandwonden.

4.Doe de draadbinders in de sleuven en wikkel de draadbinders om de draden.

Wikkel de draadbinder om de isolatie, niet om het ontblote deel van de bedrading.

Knip de overtollige uiteinden van de draadbinders af.

Draadbinder

9

Page 100
Image 100
Pioneer D2000SPL owner manual Aansluiten van het spanningsaansluitpunt, Sluit de draden aan