
Instellen van de versterking voor een gesynchroniseerde versterker
Nadat u de luidsprekerdraden heeft aangesloten, dient u de versterking voor elke gesynchroniseerde versterker in te stellen. Alle gesynchroniseerde versterkers volgen de instellingen van de hoofdversterker.
Snelle instelling van de versterking
Zet de versterking van elke gesynchroniseerde versterker op NORMAL. Deze instelling zorgt voor een gebalanceerd uitgangsniveau en is geschikt voor de meeste toepassingen.
Geavanceerde instelling van de versterking
Regel de versterking van alle gesynchroniseerde versterkers, te beginnen met de hoofdversterker.
1.Laat het systeem een sinusgolf reproduceren op een laag uitgangsniveau.
2.Neem een voltmeter en meet het uitgangsniveau van de hoofdversterker.
3.Meet nu met de voltmeter het uitgangsniveau van de gesynchroniseerde versterker.
4.Regel het uitgangsniveau van de gesynchroniseerde versterker zo dat dit overeenkomt met dat van de hoofdversterker.
5.Herhaal deze procedure voor elk van de gesynchroniseerde versterkers, in de juiste volgorde.
Aansluiten van de luidsprekerdraden
Sluit de luidsprekerdraden aan en zet de MODE SELECT schakelaar op de voor uw systeem correcte stand, zoals hieronder en op de volgende bladzijde aangegeven.
•Wanneer er twee of meer versterkers gecombineerd synchroon zijn aangesloten, dient u uitsluitend deze versterkers te gebruiken. Gebruik deze versterkers niet door elkaar met andere versterkers.
•Wanneer er twee of meer versterkers gecombineerd synchroon zijn aangesloten, dient u de extra versterking (Gain), subsonische keuzeschakelaar, afsnijfrequentie voor het
ENGLISH ESPAÑOL DEUTSCH FRANÇAIS ITALIANO NEDERLANDS êìëëäàâ
10