3.1 HOOGTEMETER - BAROMETER GEBRUIK
De Observer kan zowel gebruikt worden als weerstation of als hoogtemeter. Deze bedienings- functie wordt gekozen in het instelprogramma in het hoogtemeter- of in het barometermenu. Om dit symbool aan of uit te zetten, houd de [Select] toets voor 2 seconden vast en druk dan de [Quick] of [On/Off] toets om een van de functies vast te zetten.
Het symbool voor deze functie wordt afgebeeld onder het overeenkomstige menu indicator (ALTI of BARO) met een halve maan vorm. De stand van het symbool geeft aan of De Observer gebruikt wordt als weerstation (BARO) of hoogtemeter (ALTI).
NOOT: Dit verschilt van het zich verplaatsen tussen de ALTI en BARO in het hoofdmenu.
DIT IS BELANGRIJK
De gebruiksindicator moet in de ALTI stand staan, anders wordt de hoogtedisplay vastgelegd. Wanneer de Hoogtemeter functie is geselecteerd:
•Wordt het apparaat gebruikt als hoogtemeter.
•Worden alle drukveranderingen geïnterpreteerd als hoogteveranderingen.
•Verandert niet de registratie van de luchtdruk op zeeniveau, afgebeeld in het barometer- menu, hoewel de registratie van de absolute druk wel verandert.
Wanneer de Barometer functie is geselecteerd:
•Wordt het apparaat gebruikt als weerstation.
•Interpreteert het apparaat alle drukveranderingen ten gevolge van weersveranderingen.
•Beïnvloeden de gemeten veranderingen alleen de drukregistratie, afgebeeld in het baro- metermenu. De registratie van zowel de luchtdruk op zeeniveau als van de absolute druk, verandert. Deze veranderingen hebben geen invloed op de hoogteregistratie in het hoogte- meter menu bij een geactiveerde barometerfunctie.
De Observer is verlaat de fabriek c.q is ingesteld als hoogtemeter.
19